manuscript aanbieden aan uitgeverij
Jan Sinot
0

Je manuscript aanbieden? Hier let de uitgever op

0

Je boek publiceren bij een uitgeverij met een grote naam. Veel schrijvers dromen ervan, maar slechts weinige krijgen het voor elkaar. Wist je dat meer dan 90% van alle manuscripten afgewezen wordt? Vaak beslissen uitgevers dat al binnen vijf minuten, bijvoorbeeld omdat het boek niet in het fonds past of omdat ze onvoldoende verkoopkansen zien. In deze blog bespreken we negen criteria waarop uitgevers hun beslissingen baseren.*

De eerste drie criteria gaan meer over de uitgever dan over jou en je boek. Al heb je hier maar beperkt invloed op, het loont al snel om je huiswerk te doen voor je je manuscript opstuurt.

1. Past het boek in het fonds?

Natúúrlijk gaat een uitgeverij van reisboeken niet een zelfhulpboek uitgeven. Of andersom. Toch versturen veel schrijvers hun voorstel ook naar partijen die niet aansluiten bij het onderwerp of de doelgroep van hun boek – tamelijk zinloos als je het mij vraagt. Deze horde kun je trouwens heel makkelijk nemen door bij je beoogde uitgever even door het aanbod op de site te scrollen.

2. Past dit boek in de planning?

Je manuscript is goed en het past perfect in het fonds. Kat in 't bakkie zou je zeggen. Maar soms gaat het feest toch niet door, omdat er toevallig al een boek over hetzelfde onderwerp in de planning zat. Vanuit uitgeversoogpunt is het dan niet slim om ook jouw werk uit te geven: de boekhandel neemt meestal maar een van de twee op in het assortiment. Daardoor gaat de verkoop van de ene titel ten koste van de verkoop van de andere.

Concurrentie is niet de enige ‘nee-veroorzaker’. Wanneer een uitgever vijftien titels per jaar uitbrengt, kan hij er wellicht nog een zestiende titel bij hebben … als hij heel enthousiast is. Maar daarna houdt het echt op. Kom jij later in het jaar met je manuscript aanzetten, dan moet het wel uitzonderlijk goed zijn wil het hier nog lukken.

3. Is er markt voor dit boek?

Een fout die veel auteurs maken, is dat ze denken dat ze het gat in de markt gevonden hebben wanneer er nog helemaal geen boeken over hun onderwerp bestaan. Maar vraag je dan af waaróm er nog niets over verschenen is. Gaat het om een nieuw onderwerp – de invoering van de AVG bijvoorbeeld – dan is het logisch dat er nog geen concurrentie is. Maar het kan ook zijn dat je doelgroep gewoon te klein is. Zijn er juist veel boeken over een onderwerp geschreven, dan betekent dit dat er markt voor is. Nu is het alleen nog zaak dat je iets toevoegt aan het bestaande spectrum en/of een originele invalshoek kiest.

Om te bepalen hoe kansrijk een boek is, kijkt de uitgever natuurlijk naar de inhoud (daar kom ik later op terug), maar vooral ook naar iets anders: de marketingkansen. Die hangen nauw samen met wie jij bent en wat je zelf aan promotie doet. Want onbekende auteurs die alles aan hun uitgever overlaten en niet bereid zijn het podium te pakken, zijn commercieel gezien niet interessant. Bij het onderzoeken van de marketingkansen kijkt de uitgever naar het antwoord op deze vragen:

4. Wie is de auteur?

Het leven van de aspirant-schrijver is niet eerlijk. Ben je een bekende Nederlander of Vlaming, dan ligt het contract al bijna voor je neus. Het boek hoeft daar niet eens fantastisch voor te zijn. Ook als je op jouw terrein een autoriteit bent, is het niet moeilijk om de uitgever te overtuigen. Voor ieder ander geldt: je staat met 2-0 achter en moet dus met een extra goed verhaal komen.

5. Wat is het netwerk van de auteur?

Ben jij een influencer met meer dan 100.000 volgers of heb je 5000 relevante contacten op LinkedIn? Gefeliciteerd: jij vindt vast een uitgever, want onder die volgers zitten genoeg fans die je boek gaan kopen. Heb je nog geen (of weinig) volgers en fans? Zorg er dan voor dat je een goed antwoord op de volgende vraag hebt.

6. Gaat de auteur dit boek zakelijk gebruiken?

Uitgevers hebben korte lijntjes naar de pers en de boekhandel, maar jouw zakelijke plannen zijn heel belangrijk om hun interesse te wekken.Overtuigende plannen kunnen zijn:- Je hebt al een business of bent van plan er een rond je boek te bouwen.- Je geeft lezingen of bent van plan dat te gaan doen.- Je gaat het boek inzetten bij workshops en/of trainingen.- Je bent bereid om zelf een aantal boeken af te nemen. Let wel op: bij 500 tot 1000 exemplaren trek je beslist de aandacht, maar het zijn heel veel boeken als je ze minder makkelijk kwijt kunt dan gedacht.

Het merendeel van de manuscripten is nu afgevallen. Dus heb je nog geen afwijzing in de bus: gefeliciteerd, je hebt de eerste schifting overleefd! Zoals beloofd gaan we nu naar de inhoud kijken. Daarbij komen deze criteria aan bod: 

7. Sluit het onderwerp goed aan op de beoogde doelgroep?

Is de inhoud van je boek afgestemd op de doelgroep of ben je een ik-boodschap aan het delen? Een potentiële uitgever heeft dit heel snel in de gaten. Is hem de meerwaarde voor de lezer niet duidelijk, dan geeft hij je boek niet uit. Voor jou tien anderen.

8. Hoe is de structuur?

Hoe is de opbouw van het boek? Wordt er een logisch verhaal neergezet? Is er niet te veel herhaling? Wie vóór het schrijven nadenkt over de structuur heeft in de beoordeling een flinke voorsprong (uitzonderingen daargelaten) op de auteurs die gewoon beginnen te vertellen.

9. Is het boek goed geschreven?

Leest het manuscript lekker weg of is er vanaf de eerste pagina niet doorheen te komen? Ook dat speelt een rol bij de beoordeling, net als de spelling. Natuurlijk, er gaat altijd nog een redacteur door je tekst heen. Maar daar zit wel een grens aan. Bovendien: een boek vol taalfouten leidt af van de inhoud, en is het niet diezelfde inhoud waarmee jij de uitgever wilt overtuigen?

 

Je ziet het, er is een goed verhaal (een publicatievoorstel) nodig om een uitgever te overtuigen. Maar ik kan je beloven: met dat goede verhaal maak je écht kans.Heb je hulp nodig om dat publicatievoorstel goed neer te zetten of worstel je met de structuur van je verhaal? Wij helpen je graag.

Door: Jan Sinot



Reacties
Categorieën