Over het schrijven van een boek is al veel gezegd, ook door grote schrijvers zelf. We zetten zeven opmerkelijke citaten op rij en laten zien hoe toepasselijk ze nog steeds zijn.
1. Schrijven is schrappen.
Deze bekende uitspraak van Godfried Bomans (1913–1971) is van toepassing op veel beginnende schrijvers. Want juist met je eerste non-fictieboek ben je snel geneigd veel te veel te willen vertellen.Onze advies is daarom: ‘schrap’ al voor je begint met schrijven door vooraf je thema en doelgroep goed af te bakenen. Dat scheelt je tijdens het schrijven veel overbodig typewerk van teksten die je naderhand alsnog in de digitale prullenbak gooit.
2. Mijn inspiratie om te schrijven haal ik uit paprika.
Een ironische opmerking van de Amerikaanse schrijver Mark Twain (1835–1910), waarmee hij bedoelt dat je niet van externe factoren afhankelijk bent om een boek te schrijven. Je kunt wachten tot je tijd hebt of een lege agenda, tot je gezin een dag het huis uit is of tot je een geniale ingeving krijgt. Maar veel zinvoller en effectiever is om er gewoon mee aan de slag te gaan. Dan komt die inspiratie vanzelf!
3. De kunst van het schrijven is de kunst het zitvlak van de broek op de zitting van de stoel te houden.
Een kunst die deze Amerikaanse schrijfster, Mary Heaton Vorse (1874–1966), in ieder geval beheerste. Een boek schrijven vergt ook zeker doorzettingsvermogen. Laat je tijdens je schrijftijd niet afleiden door andere bezigheden, maar houd vol, ook als het even niet zo lekker wil. In de blog Hoe vind je de tijd voor het schrijven van een boek? vind je waardevolle tips om het schrijven vol te houden tot het eind.
4. Niets is gemakkelijker dan zo te schrijven dat geen mens het begrijpt; niets is moeilijker dan belangrijke gedachten zo uit te drukken dat ieder mens ze begrijpt.
Een uitspraak van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer (1788–1860) en nog altijd waar. Gelukkig hoeft begrijpelijk schrijven geen worsteling te zijn. Er bestaan allerlei handigheidjes waarmee je je teksten prettig leesbaar maakt. Lees onze blog Tien tips voor een lekker leesbaar boek er maar eens op na. Je hoeft dus geen natuurtalent te zijn om een goed boek te schrijven. En extra hulp inroepen kan altijd nog.
5. Om bondig te schrijven moet je over veel woorden beschikken.
De Hongaars musicus en aforist Otto Weiss (1847–1916) had daar absoluut een punt. Kernachtig schrijven maakt je teksten krachtiger, je houdt de lezer beter bij de les. Maar het vergt wel een extra inspanning van jou als schrijver. Vind je het lastig om bondig te schrijven? Heb je de neiging veel te veel woorden te gebruiken om iets uit te leggen? Vraag een kritische proeflezer om daar extra op te letten, zodat je nog in de redactiefase teksten kunt herschrijven. Of vraag een ervaren redacteur om je teksten aan te scherpen. Je merkt het verschil direct!
6. Schrijven betekent: jezelf lezen.
Een doordenker van de Zwitserse schrijver Max Frisch (1911–1991), die veel schrijvers beamen. Door een boek te schrijven houd je jezelf een spiegel voor. Het schrijven dwingt je op een andere manier na te denken over jezelf, je rol, je bedrijf. De materie met andere ogen te bekijken. Met soms verrassende inzichten als resultaat! We schreven er al eerder een blog over: Een boek schrijven maakt je tot een betere ondernemer.
7. Van de meeste boeken blijven alleen de citaten over. Dan is het toch beter van meet af aan alleen de citaten neer te schrijven?
Een interessante gedachte van de Poolse aforist Stanislaw Jerzy Lec (1909–1966) en ook toepasbaar op non-fictieboeken. In je boek kun je belangrijke zinnen als citaat uitlichten – dit werkt ook heel goed om meer lucht te creëren in grote lappen tekst. Hetzelfde geldt voor tussenkoppen waarin je de belangrijkste kernwoorden naar voren haalt. Je tekst wordt er visueel aantrekkelijker door en je maakt het de lezer makkelijker. Krachtige citaten uit je tekst kun je bovendien gebruiken bij de promotie, bijvoorbeeld in het persbericht dat je rondstuurt bij het verschijnen van je boek.
Door: Suzanna van der Laan
