Janneke
0

Vijf taalmissers die een goede redacteur uit je boek haalt

0

Van de mensen die een boek schrijven, hebben de meesten best wat taalgevoel. Toch weet een professionele redacteur de tekst altijd naar een (nog) hoger niveau te tillen. Vijf voorbeelden uit de praktijk, waar je als schrijver van kunt leren.

1. Overbodige zorgen

Ooit kreeg ik het verzoek een salestekst te corrigeren. Hoewel ik gewend ben met een redacteursoog naar zoiets te kijken, was de uitdrukkelijke opdracht er alleen de taal- en spelfouten uit te halen. Wat een gemiste kans! Want zeg nou zelf, zin 1 is taalkundig helemaal correct, maar zin 2 is toch oneindig veel krachtiger?

  1. Door nieuwe inzichten kun je zorgen dat je direct resultaat boekt!
  2. Dankzij nieuwe inzichten boek je direct resultaat!

Kijk eens kritisch naar je eigen teksten en kijk hoe vaak je vormen van het werkwoord ‘zorgen’ gebruikt (dit kan heel handig met de zoekfunctie in Word: Ctrl+F). En belangrijker nog: kijk waar je ze kunt schrappen om de zin meer kracht bij te zetten.

Nog twee andere voorbeelden:

niet  Welke Facebook-acties zorgen ervoor dat de kans op een bestseller groter wordt?

wel  Welke Facebook-acties vergroten de kans op een bestseller?

* * *

niet  Geautomatiseerde softwarepakketten zorgen ervoor dat je alle data maar eenmaal hoeft in te voeren.

wel  Dankzij geautomatiseerde softwarepakketten hoef je alle data maar eenmaal in te voeren.

2. Volgens het Groene Boekje?

Een moeilijke! Welke van de onderstaande zinnen is taalkundig correct?

  1. De index staat achterin het boek.
  2. De index staat achter in het boek.

Gebruik je de woordenlijst van het Groene Boekje om de vraag te beantwoorden? Dan gaat het makkelijk mis. Want daarin staat het woord ‘achterin’ aan elkaar geschreven. Maar er zit een addertje onder het gras. Want dat is alleen correct als er geen voorzetsel achter komt dat bij een zelfstandig naamwoord hoort, zoals in de zin: “De index staat achterin.”

Het antwoord op bovenstaande taalvraag is dus: zin 2 is correct. Want ‘in’ hoort bij ‘het boek’. Om het in de woorden van het Groene Boekje te zeggen: “Een bijwoord dat is samengesteld uit voorzetselbijwoorden, schrijven we in één woord. Maar een voorzetselbijwoord schrijven we niet vast aan een voorzetsel dat behoort bij een woordgroep rond een zelfstandig naamwoord.”

3. Stijlloze voorzetsels

Het lijkt misschien een extreem voorbeeld, maar ook zinnen als deze duiken geregeld op in manuscripten:

  • Omdat veel schrijvers dromen van het verkopen van veel boeken in winkels door het hele land, is het aanbod van boeken aan eigenaren van boekhandels met veel (potentiële) klanten enorm.

Het probleem is een overschot aan voorzetsels, die ook nog eens kort na elkaar voorkomen (voorzetselstapeling). Deze stijlfout maakt zinnen saai, eentonig en soms nog moeilijk te begrijpen ook.

Hoe los je het op?

→ Kies een andere omschrijving voor delen die met een voorzetsel beginnen. Bijvoorbeeld:

niet boekhandels met veel (potentiële) klanten

wel drukbezochte boekhandels

Gebruik werkwoorden om het verband te verhelderen (en verdeel de tekst eventueel over meerdere zinnen):

niet het voorstel van de minister tot behoud van de schoolplicht

wel de minister stelt voor de schoolplicht te behouden

4. Onjuist of onduidelijk antecedent

Wat ook vaak misgaat in teksten van non-fictieschrijvers is het gebruik van verwijswoorden. Zo’n woord heeft dan geen correct antecedent. Het woord ‘antecedent’ is afkomstig uit het Latijn en betekent ‘voorafgaande’. Het is de taalkundige term voor een woord of zinsdeel waar een betrekkelijk voornaamwoord naar terugverwijst (of soms vooruitverwijst).

Ook hier weer enkele voorbeelden:

niet Maak je een e-book, dan wil je natuurlijk ook dat deze er goed uitziet.

wel Maak je een e-book, dan wil je natuurlijk ook dat dit er goed uitziet.

* * *

niet De hairstroke-techniek kost iets meer tijd, omdat die laagje voor laagje wordt aangebracht.

wel De hairstroke-techniek kost iets meer tijd, omdat de wenkbrauwen daarbij laagje voor laagje worden aangebracht.

5. Zeg het niet dubbelop!

Soms gebruiken auteurs in één zin twee woorden met (min of meer) dezelfde betekenis. Zo’n ‘tautologie’ kan de boodschap versterken. Bijvoorbeeld als je het hebt over klanten die ‘altijd en eeuwig’ klagen, of over een online cursus die je ‘gratis en voor niets’ aanbiedt.

Maar twee keer hetzelfde zeggen heeft vooral vaak het tegenovergestelde effect: het verzwakt je tekst. Of is zelfs echt fout. Kijk maar:

niet  De jongen was niet in staat het contract te kunnen tekenen.

wel  De jongen was niet in staat het contract te tekenen.

* * *

niet  In de laatste versie van Van Dale ontdekte ik weer opnieuw allerlei verschillen met het Groene Boekje.

wel  In de laatste versie van Van Dale ontdekte ik opnieuw allerlei verschillen met het Groene Boekje.

* * *

niet  In dat sterrenrestaurant staan fantastische gerechten op de kaart, onder meer fazant met appel en calvados, gevulde eendenborst, een wildtaartje met reerug, enzovoort.

wel  In dat sterrenrestaurant staan fantastische gerechten op de kaart, onder meer fazant met appel en calvados, gevulde eendenborst en een wildtaartje met reerug.

Dat waren ze: vijf taalmissers die een goede redacteur uit je manuscript haalt. Helaas zijn er nog veel meer…

Wil jij voorkomen dat je boek straks en plein public door een recensent wordt afgekraakt, omdat de taal niet in orde is? Bespaar dan niet op een professionele redactie.

Door: Janneke Sinot


Reacties
Categorieën