Vijf mythes over uitgevers

Onder sommige schrijvers leeft een nogal vertekend beeld van uitgeverijen. Van hoe ze opereren, hun keuzes, wat ze doen en vooral niet doen. Kritiek hebben is makkelijk, maar is niet altijd terecht. Een kijkje in de keuken kan veel duidelijk maken en mythes verklaren of ontkrachten. Deze week houd ik vijf veelgehoorde mythes over uitgevers tegen het licht. Oordeel zelf...

1. Je komt er alleen nog binnen als bekend persoon of als je zelf een flinke afname garandeert.

Uitgeverijen moeten vooraf een risico-inschatting maken: bij welke boeken is de kans groot de investering weer terug te verdienen? De ervaring leert dat bekende namen beter verkopen. Zet je je boek ook bedrijfsmatig in of geef je goedbezochte lezingen en kun je daar zelf een deel van de oplage wegzetten, ook dan loopt de uitgeverij veel minder risico.

Toch maak je als onbekende schrijver zeker nog een kans. Wekelijks verschijnen er boeken van debutanten bij de grote uitgevers. Zo komt binnenkort bij LannooCampus het boek uit van onze jaarprogrammaklant Birgit Smit: Van doemscenario naar droombaan. De reden waarom de uitgeverij hier wel voor ging: de doordachte opzet van haar boek en het overtuigende publicatievoorstel.

Welke manuscripten wel of niet door de selectie komen, hangt af van veel factoren, waaronder de subjectieve inschatting van de uitgever. Het helpt aanzienlijk wanneer je als schrijver laat zien dat ook jij goed nadenkt over doelgroep, marktwaarde en promotiemogelijkheden en dit overzichtelijk laat zien in je publicatievoorstel. Lees deze blog er nog eens op na: Je manuscript naar een uitgever sturen? Geen goed idee!

2. Uitgevers reageren toch niet. Manuscripten raken kwijt of verdwijnen ongelezen in de prullenbak.

Dagelijks krijgen de grotere uitgevers nieuwe manuscripten binnen. Het kost veel tijd om die te lezen en te beoordelen op commerciële haalbaarheid. Vaak komt deze taak op het bordje van de fondsredacteur, die ook de begeleiding van deze projecten doet. Wanneer die na drie pagina’s al weet ‘dit is het’ of ‘dit is niks’, dan ben je snel klaar. Maar vaak is een betere bestudering nodig om zeker te weten geen potentiële bestseller af te wijzen. Gemiddeld nemen uitgevers daarom een maand of drie voor de beoordeling van een manuscript.

Helaas komt het ook voor dat schrijvers niets meer horen. Bedenk dat veel grote uitgeefhuizen de afgelopen jaren fors zijn ingekrompen en er daardoor veel personele wisselingen zijn geweest, waarbij manuscripten wel eens tussen wal en schip zijn geraakt.

Hoe ga je daar als schrijver mee om? Met begrip en assertiviteit. Het blijft mensenwerk tenslotte. Probeer de richtlijnen van een uitgeverij aan te houden. Heb je geen ontvangstbevestiging ontvangen? Bel of mail na een paar weken nog eens om zeker te weten dat je boekvoorstel in behandeling is. Informeer gelijk ook naar de gemiddelde beoordelingstijd. Verder is het vooral geduld uitoefenen. En na de afgesproken termijn nog eens informeren naar de stand van zaken.

3. Mijn manuscript is niet eens gelezen, ik krijg alleen zo’n standaardafwijzingsbrief.

Krijg je al heel snel een standaardafwijzing? Dan is de kans groot dat je je manuscript niet naar de juiste uitgever hebt gestuurd. Iedere kwaliteitsuitgeverij heeft specialisaties, onderverdeeld in fondsen (zie ook onze blog Waarom wordt mijn manuscript afgewezen?).

Een manier om in positieve zin op te vallen bij een redacteur of uitgever die je manuscript op z’n bureau krijgt, is te laten zien dat je je huiswerk hebt gedaan en weet wat voor type boeken de uitgeverij uitbrengt. En waarom jouw boek een onmisbare aanvulling is op het fonds.

NB Voor de masterclass Wie geeft mijn boek uit? hebben we de fondsen van 25 non-fictieuitgevers alvast voor je op rij gezet. Zo zie je direct naar welke uitgevers jij je publicatievoorstel het beste kunt sturen.

4. De uitgeverij is overbodig geworden nu schrijvers heel eenvoudig zelf hun boek kunnen uitgeven en verkopen.

Het is tegenwoordig vrij makkelijk om als schrijver zelf je boek uit te geven. Via de goedkope selfpublishing-platformen of door zelf een drukker en distributiekanalen te zoeken. En (in beide gevallen aan te raden) zelf een redacteur en vormgever in te schakelen.

In eigen beheer uitgeven is voor sommigen zelfs een veel slimmere keuze dan de publicatie van je boek via een uitgever te regelen.

Toch biedt een traditionele kwaliteitsuitgever nog altijd veel voordelen. Niet alleen nemen ze je veel werk uit handen en ze nemen het financiële risico, nog belangrijker is dat ze voor lezers en boekhandels een kwaliteitslabel vormen. Een andere belangrijke meerwaarde: het netwerk en de kanalen die ze hebben voor promotie, marketing en verkoop.

Welke keuze voor jou als schrijver het beste is – of dat je misschien voor een tussenvorm kiest via een internetuitgever – hangt vooral af van wat jij wilt en kunt.In onze masterclass Wie geeft mijn boek uit? helpen we je een keuze te maken met onze speciaal hiervoor ontwikkelde ‘kieswijzer’ voor het uitgeven van je boek.

5. Bij een uitgever houd ik bijna niets over aan de verkoop van een boek. Dan kan ik het toch beter zelf doen?

Gemiddeld ontvangt een schrijver bij uitgevers 10% royalty’s over de verkochte exemplaren. Wanneer je in eigen beheer uitgeeft, kun je veel meer verdienen op je boek.Toch is dit een scheve vergelijking. Want als schrijver koop je bij de uitgeverij bijna altijd met 40% korting (vergelijkbaar met de boekhandelskorting) je eigen boeken in. Over die exemplaren ontvang je ook nog royalty’s. Bovendien: wie in eigen beheer uitgeeft en de (online) boekhandel inschakelt voor de distributie, draagt daaraan ook weer 40% af. We schreven hier recent nog een blog over: Wat verdien je aan een boek?

 

Door: Suzanna van der Laan