Een boek schrijven doe je alleen, in grote afzondering. Dat is het beeld dat veel mensen van schrijvers hebben. Herkenbaar? Vast, want het grootste deel van het werk moet je echt zelf doen. Toch heeft iedere schrijver op zijn tijd feedback nodig. Al is het maar omdat je blind wordt voor je eigen fouten. Schrijf jij een non-fictieboek dat jou zakelijk versterkt? Dan zijn proeflezers een must.
Vijf vragen waar je als schrijver antwoord op wilt, helpen je om je proeflezers slim in te zetten. Zo bereik je het maximale effect: constructieve feedback die jouw boek beter maakt. Je boek is tenslotte een visitekaartje van blijvende waarde, waarmee je een goede indruk wilt achterlaten.
Voldoet mijn boek aan de verwachtingen?
Schakel al bij de start van je schrijfproces je lezers in, om te polsen of jouw onderwerp leeft bij de doelgroep. Lijkt het boek hun interessant als jij erover vertelt? Wat voor soort boek verwachten ze als ze de titel en achterflaptekst lezen? Waar hebben ze behoefte aan; aan praktijkvoorbeelden en oefeningen of aan theorie en feiten? Van welke (deel)onderwerpen willen ze meer weten? En welke subonderwerpen moeten hoe dan ook aan bod komen? Zouden ze het boek willen kopen?
Zit mijn boek logisch in elkaar?
Zodra je de – voorlopige – inhoudsopgave hebt vastgesteld, kun je die voorleggen aan collega’s of vakgenoten. Maar ook als je al een groot deel hebt geschreven, is hun mening van waarde. Omdat ze thuis zijn in het onderwerp, kunnen vakgenoten goed beoordelen of je je lezer in logische stappen meeneemt in je verhaal. En of er cruciale informatie ontbreekt. Soms verrassen ze je met een bijzondere invalshoek. En dikke kans dat ze op de hoogte zijn van andere boeken over jouw onderwerp; een mooie, extra controle voor jouw unieke insteek.Natuurlijk check je ook bij je doelgroep of je informatie begrijpelijk is en of je boodschap overkomt.
Leest het lekker?
Het is altijd spannend om feedback te vragen op je schrijfstijl. Toch wil je weten waar je lezer afhaakt en waarom. Val je in herhaling? Gebruik je ineens formele taal? Of spring je van de hak op de tak? Niet leuk om te horen, maar wel belangrijke informatie om je tekst mee te herschrijven nu het nog kan. Gebruik hierbij ook onze Tien tips voor een lekker leesbaar boek.
Staan de puntjes op de i?
Een proeflezer is niet hetzelfde als een redacteur of corrector. Proeflezers hoeven dus niet op elke punt en komma te letten. Vraag of zij zich willen concentreren op de inhoud, stijl of structuur. Zien ze toevallig een taalfout? Dan mogen ze die natuurlijk gerust markeren.Pas later, in de eindredactie- en correctieronde, laat je je boek kritisch doorlezen op grammatica en taal. Lezers meten jouw professionaliteit tenslotte ook af aan de kwaliteit van je boek.
Wat doe ik met de kritiek en aanbevelingen?
Zoveel mensen, zoveel meningen. Beperk het aantal proeflezers daarom tot een stuk of vier en geef hun duidelijk aan waar je feedback op wilt. En dan … mag je weer – in je eentje – terug naar je schrijftafel. Neem alle kritiek en adviezen die je krijgt serieus en weeg vervolgens goed af wat je ermee doet. Jij bent tenslotte de schrijver en jij krijgt uiteindelijk de reactie van de lezer.
Door: Brenda van Dijk