Tips voor beter beeldgebruik in je boek

Gebruik jij afbeeldingen in je boek of overweeg je dat te doen? Afbeeldingen of illustraties verlevendigen de tekst en kunnen van grote toegevoegde waarde zijn. Maar neem je afbeeldingen op in je boek, doe dit dan wel op de juiste manier: zorg dat ze van voldoende kwaliteit zijn en een mooie aanvulling vormen op de tekst. Waar moet je op letten bij het beeldgebruik in je boek? Een paar tips.

Technische kwaliteit

De fout die auteurs het meest maken wanneer ze illustraties aanleveren bij een uitgever of (bij een uitgave in eigen beheer) een vormgever, is dat de afbeeldingen technisch een te lage kwaliteit hebben. Vaak zijn ze van internet geplukt en hebben ze daardoor – nog los van de rechtenkwestie (zie ook verderop) – onvoldoende resolutie. Dat vraagt misschien wat uitleg.

Een digitaal beeldbestand is uitgebouwd uit puntjes (pixels). De resolutie van een afbeelding geeft aan hoeveel puntjes er per inch gebruikt worden om het beeld op te bouwen. Dit wordt aangeduid met het aantal dpi (dots per inch). Voor beeldschermen is een resolutie van 72 dpi de standaard. Voor drukwerk is er aanzienlijk meer nodig om een goede, scherpe weergave te krijgen, namelijk 300 dpi.

Wanneer je in een beeldbewerkingsprogramma de resolutie van 72 op 300 dpi zet, heeft dat als enige effect dat het formaat van de afbeelding evenredig wordt verkleind. Dat heeft dus weinig zin. Er zijn meer geavanceerde beeldbewerkingsprogramma’s die bij gelijkblijvende grootte het aantal dpi kan verhogen. Ook dat is af te raden, omdat daarmee elk puntje wordt opgedeeld in meerdere puntjes, maar de afbeelding blijft onscherp en blokkerig. Dit zie je zodra je de afbeelding op het scherm vergroot naar bijvoorbeeld 300%.

Het beste vertrekpunt is daarom: zorg dat de afbeeldingen groot genoeg zijn en voldoende resolutie hebben. Verkleinen kan altijd, vergroten helaas niet.

TIP – Vectorbestanden zijn niet uit puntjes (pixels) opgebouwd, maar uit lijnen (vectoren) en daardoor ‘oneindig’ schaalbaar. Je kunt beeldmateriaal daarom het beste aanleveren als ai, eps of vector-pdf. Dan kan je vormgever er letterlijk alle kanten mee uit. tip –

Stijl

Wanneer je afbeeldingen bij elkaar zoekt voor je boek, bijvoorbeeld via een online beeldbank, of ‘geciteerd’ uit bronnen, zal de stijl sterk variëren. Beter gezegd: het wordt een rommeltje. Je brengt veel meer rust en eenheid in je boek als je de stijl van de afbeeldingen in één lijn brengt. Hoe doe je dat? Allereerst door consequente keuzes te maken.

Kies je bijvoorbeeld voor foto’s, lijntekeningen, cartoons, icoontjes of alleen diagrammen en stroomschema’s om iets duidelijk te maken? Of een combinatie hiervan?

De keuze hangt vooral af van je onderwerp, maar ook van de doelgroep die je wilt aanspreken en wat je met je boek wilt uitstralen. Daar zijn geen regels voor, wel zie je trends terug in boeken. In zakelijke non-fictieboeken worden vaak cartoons of lijntekeningen toegepast om de wat ‘zware’ onderwerpen te verluchtigen. Boeken op het gebied van lifestyle of met meer persoonlijke verhalen hebben vaker fotografisch beeldmateriaal. En in praktische boeken (met veel oefeningen en kaders) werken icoontjes heel goed.

Kies daarna één stijl (strak, eenvoudig, frivool, los of speels) die past bij jou, je onderwerp en je doelgroep. En houd qua kleurgebruik rekening met hoe het boek uiteindelijk gedrukt wordt.

TIP – Een illustrator is gespecialiseerd in het vertalen van een concept naar beeld en kan je ondersteunen door zelf illustraties te ontwerpen of om aangeleverd beeldmateriaal in één stijl te brengen.

Balans

Wanneer het ene hoofdstuk tien afbeeldingen krijgt en het volgende geen, is de balans zoek in je boek. Probeer daarom het aantal afbeeldingen door het boek heen in evenwicht te houden. Dat kan bijvoorbeeld door bij vaste onderdelen een afbeelding te plaatsen, zoals een hoofdstukopening of kadertekst.

Bijschriften

Wist je dat mensen wanneer ze door een boek bladeren (bijvoorbeeld als ze in een boekhandel staan) vooral de koppen en de bijschriften lezen? Daar kun je handig gebruik van maken. Door niet alleen aandacht te besteden aan aantrekkelijke afbeeldingen, maar ook aan aantrekkelijke bijschriften. Een goed bijschrift is informatief én triggert om verder te lezen. Kies ook voor de bijschriften één consistente stijl.

Auteursrecht

Op afbeeldingen die op internet of in andere boeken zijn gepubliceerd rust auteursrecht, daarvan ben je ongetwijfeld op de hoogte. Die mag je dus niet zomaar gebruiken.

Hoe mag het wel?

Er zijn veel online beeldbanken die tegen betaling stockfoto’s en ander grafisch materiaal aanbieden voor gebruik in boeken. Mocht je daarmee uit de voeten kunnen: je vindt er een oneindig groot aanbod.

Er zijn ook beeldbanken die (een deel van) hun materiaal gratis aanbieden, dus rechtenvrij. Soms eisen ze wel een bronvermelding. Ook veel afbeeldingen op bijvoorbeeld Wikipedia zijn vrij te gebruiken via een Creative Commons-licentie. Controleer altijd welke voorwaarden de beeldenbanken stellen.

Dan is er nog een andere route. Binnen het auteursrecht geldt ook het citaatrecht. Dat recht is niet beperkt tot teksten, je mag ook afbeeldingen citeren uit andere boeken. Denk daarbij aan diagrammen, grafieken en schema’s. Voorwaarden zijn wel dat je de bron noemt, dat het werk waaruit je citeert openbaar is gemaakt, het formaat en het aantal geciteerde afbeeldingen proportioneel zijn en het gebruik functioneel is in de tekst. Een cartoon om je boek te verluchtigen valt hier dus niet onder.

 

Door: Suzanna van der Laan

 

Disclaimer:

De auteursrechtinformatie in deze blog is bedoeld als algemene richtlijn, en niet om in concrete situaties toe te passen. De auteurswet is multi-interpretabel, dus vraag bij twijfel toestemming aan de auteur of raadpleeg een jurist of advocaat. Meer lezen? Zie www.auteursrecht.nl en onze blog: Auteursrecht – Wat mag wel, wat mag niet?