Spannende non-fictie? Het kan met deze trucs!
Bij een spannend boek denk je al snel aan thrillers en detectives: boeken die je niet weg kunt leggen voor je weet hoe ze aflopen. Non-fictie is zelden spannend. Toch is het mogelijk – en zelfs aan te raden – om spanning in je boek aan te brengen. Hoe? Met deze trucs schrijf ook jij een echte pageturner.
Vooruitblik
Wat maakt de series op tv zo verslavend? Een truc die seriemakers al decennialang toepassen, is het gebruik van een preview: aan het eind krijg je een voorproefje van een paar cruciale scènes uit de volgende aflevering. Daarmee spelen ze feilloos in op de nieuwsgierigheid van mensen. Nu móét je weten hoe het verder afloopt.
Dezelfde truc werkt ook fantastisch in boeken, ook bij non-fictie. Je past hem subtiel toe door bij de uitleg van een onderwerp alvast te noemen waarom deze kennis belangrijk is in relatie tot het volgende hoofdstuk. Zo krijgt de lezer het gevoel dat hij het volgende hoofdstuk wel moet lezen om het plaatje compleet te krijgen.
Maar het mag ook heel direct, door aan het eind van een hoofdstuk, in de afsluitende alinea, naast de belangrijkste conclusies van het voorgaande ook te noemen wat een lezer in het volgende hoofdstuk te wachten staat.
Schrijf je verhalende non-fictie? Dan kun je ook echte cliffhangers toepassen: eindig je hoofdstuk op het spannendste moment.
Open einde
Vind jij het ook zo onbevredigend als een film of een roman een open einde blijkt te hebben? Al is het verhaal nog zo mooi en meeslepend, veel mensen willen wel weten hoe het afloopt.
Maar pas je dit toe op de hoofdstukken in je boek, dan nodig je de lezer als vanzelf uit om verder te lezen. Eindig bijvoorbeeld de hoofdstukken met een vraag waar je in het volgende hoofdstuk antwoord op geeft. Of snijd alvast het volgende onderwerp aan in de laatste alinea. Zo lok je lezers als vanzelf het volgende hoofdstuk in.
Gebruik een persoonlijk verhaal als kapstok of rode draad
Mensen houden van verhalen. Storytelling is een slimme manier om informatie over te brengen, omdat het menselijk brein verhalen beter onthoudt dan feitelijke informatie. Verpak je je boodschap in verhalen – denk aan voorbeelden en praktijkcases – dan komt ze beter over.
Behalve voor informatieoverdracht zijn verhalen ook ideaal om spanning aan te brengen in je boek. Gebruik ze als kapstok: begin bijvoorbeeld ieder hoofdstuk met een praktijkverhaal of anekdote waarbij je het onderwerp introduceert of sluit elk hoofdstuk ermee af. Of gebruik ze als rode draad en weef een doorlopend (waargebeurd of fictief) verhaal door je hele boek heen. Spanning voeg je toe door het te schrijven als fictie: breng de karakters tot leven, laat ze iets meemaken, laat ze lijden en zoeken naar antwoorden en oplossingen. Maak ze kwetsbaar en imperfect. Kortom: een mens zoals jij en ik.
Vertel over blunders, missers en instinkers
Wat altijd de nieuwsgierigheid prikkelt, zijn de missers en blunders van anderen. Begin zo’n item met het ergste moment, dat trekt direct de aandacht en bouwt meteen de spanning op. Vertel dan stap voor stap hoe het zo ver heeft kunnen komen, hoe de hoofdpersoon het allemaal weer te boven kwam en welke lessen hij eruit leerde.
Begin midden in je verhaal
Vertel je een chronologisch verhaal van begin tot eind, dan wordt het algauw saai. Je hebt zo veel aanloop en uitleg nodig voor je tot de kern komt dat een lezer voortijdig afhaakt.
Maar begin je midden in je verhaal, dan bouw je direct spanning op, juist omdat de lezer nog niet alles weet en nu wél hunkert naar alle details.
Bijvoorbeeld: een boek over hoe je een bedrijf begint. Je weet dat er heel wat voorbereiding aan de start voorafgaat. Maar voor een lezer duurt het erg lang voor het boek tot de kern komt, namelijk het daadwerkelijke moment van starten.
Draai je het om en neem je de lezer in het eerste hoofdstuk mee in de euforie van de eerste klant of de eerste bestelling, dan heb je direct zijn aandacht. Daarna leg je stap voor stap uit hoe hij daar komt.
Je kunt ook beginnen met het eindpunt of met het ultieme doel. Vertel in het eerste hoofdstuk bijvoorbeeld over een ondernemer die het allemaal voor elkaar heeft en hoe hij zijn business runt. Met zo’n doel voor ogen wil de lezer natuurlijk weten hoe hij dat ook bereikt en blijft hij geboeid verder lezen.
Tot slot
Naast deze vijf trucs zijn er nog andere elementen die een lezer gekluisterd houden aan een boek. Zo is de vertelstijl van groot belang. Schrijf je ambtelijk en afstandelijk, dan zullen bovenstaande trucs minder effect hebben. Maar schrijf je vlot en toegankelijk, dan houd je je lezers tot het eind geboeid.
Door: Suzanna van der Laan