Schrijven in stijl: 10 tips voor een betere tekst

Wie een boek schrijft, zorgt natuurlijk dat de spelling en grammatica in orde zijn. Want alleen dan geef je een goed visitekaartje af. Maar zeker zo belangrijk is de stijl van je tekst. Een boek vol vage, wollige taal, daar is niet doorheen te komen. En staat de tekst vol onbegrijpelijke afkortingen, dan schuift de lezer je boek gefrustreerd weer aan de kant.

Gelukkig kun je dit voorkomen! In deze blog 10 tips om van je boek een echt juweeltje te maken.

1. Schrijf afkortingen voluit

Heel wat auteurs overschatten hun lezers. Misschien weet jij wel dat fyi (Van Dale schrijft het echt met kleine letters) de afkorting is van ‘for your information’, maar weet jouw doelgroep dat ook? Afkortingen correct interpreteren kost de lezer bovendien mentale energie. De basisregel is dan ook: schrijf afkortingen voluit. Een uitzondering hierop zijn woorden die we als afkorting uitspreken, zoals DNA en VVD.

2. Doe niet duur

Indruk maken doe je met een goed boek, niet met dure woorden. Die zijn alleen maar verwarrend voor de lezer. Je loopt bovendien het gevaar dat je arrogant overkomt. Voor vrijwel elk duur woord is wel een synoniem voorhanden in begrijpelijke taal. Een handig hulpmiddel hierbij: synoniemen.net.

3. Wees consequent in de aanspreekvorm

Als kind ben ik opgevoed met de regel: grote mensen spreek je aan met u. Maar met het ouder worden, kwam daar steeds vaker ‘je’ voor in de plaats. Soms raak ik in een gesprek in de war en gebruik ik beide vormen door elkaar. Gelukkig heb je als auteur rustig de tijd om de juiste vorm te kiezen. Die gebruik je vervolgens natuurlijk consequent door het hele boek. Dus je is je en u is u.

4. Voorkom stijlbreuk

Van een stijlbreuk spreken we als er een breuk is in de eenheid van stijl, een plotselinge overgang dus naar een stijl die niet bij de rest van de tekst past. Daarbij kan het gaan om een enkel woord, maar ook om een zin, een alinea of zelfs een heel hoofdstuk. Een voorbeeld: “U wordt verzocht nog eens goed uit uw doppen te kijken.”

5. Bewaar de balans

‘Symmetrisch formuleren’ noemt Jan Renkema dit in zijn Schrijfwijzer. Het idee erachter: ga door zoals je begonnen bent. Neem een zin als: “De sollicitant was gehaast, eigenwijs en had extreem veel last van nervositeit.” Voor de lezer is het (meestal) prettiger als je de vorm van de drie delen hetzelfde houdt, dus: “De sollicitant was gehaast, eigenwijs en extreem nerveus.” Balans bereik je ook met consistente opsommingen. Gebruik je in je tekst ‘op de eerste plaats’, dan verwacht de lezer daarna ook ‘op de tweede plaats’.

6. Vermijd lege woorden

Effect, sfeer, aspect, gebeuren, situatie, het zijn woorden die vaak weinig of niets zeggen. Doorgaans wordt een zin krachtiger als je ze weglaat (en daarbij de formulering iets aanpast). “De manager heeft een inspirerend effect op zijn medewerkers” is minder sterk dan “De manager inspireert zijn medewerkers” (zie ook tip 9). En de slogan “Laat succes niet aan het toeval over” is een stuk sterker dan “Haal succes uit de toevalssfeer.”

7. Formuleer zorgvuldig en origineel

Het kiezen van de juiste woorden voor je boek kan lastig zijn … maar ook veel voldoening geven. Neem er ruim de tijd voor en de lezer zal je dankbaar zijn. Vooral met beeldend en concreet schrijven maak je echt verschil. Vergelijk de volgende zinnen maar eens: “Het was een saaie dag op school” of ‘We hadden volop tijd om duimen te draaien, in onze neus te peuteren en alvast na te denken over hoe we de docent morgen in de maling gaan nemen.”

8. Voorkom contaminaties

Bij een contaminatie is er sprake van het door elkaar halen van woorden of uitdrukkingen. ‘Dat kost duur’ en ‘optelefoneren’ zijn er voorbeelden van. Een veelvoorkomende (door taalpuristen verafschuwde) contaminatie is ‘irriteren aan’, een foutieve combinatie van ‘ergeren aan’ en ‘irriteren’.

9. Vermijd deelwoordstijl

“Het BoekenBusiness-jaarprogramma werkt enorm motiverend voor auteurs.” In deze zin is ‘motiverend’ een deelwoord. Het is grammaticaal correct, maar vervang je het door een persoonsvorm, dan wordt de zin krachtiger. In dit voorbeeld: “Het BoekenBusiness-jaarprogramma motiveert auteurs enorm.” Voordeel is dat je meteen een kleurloos, weinig zeggend werkwoord kwijt bent.

10. Schrijf kort en bondig

Kort en bondig schrijven begint met de afbakening van het onderwerp van je boek. Probeer vooral niet alles te vertellen wat je weet. Houd ook de tekst zelf kort en krachtig. Begin zinnen dus niet met omslachtige inleidingen als “Nu zal ik ingaan op…”, “Wat interessant is om in dit kader te noemen is…” of “Het is van belang om je te realiseren dat…’ Zegt zowel een lang als een kort woord precies wat jij bedoelt, kies dan voor het korte.

Wil je meer stijltips? Lees dan ook onze blogs:

Door: Janneke Sinot