Presenteren kun je leren – 5 tips

Soms komt een spreker de zaal binnen, iedereen stopt met praten en kijkt naar hem of haar. Wauw, hier komt iemand binnen. Dat wil elke auteur wel als hij een lezing geeft. Hoe je een persoonlijkheid op het podium wordt? Presentatietrainer Roeland Schweitzer van Speechen.nl geeft in deze blog vijf tips. Het goede nieuws? Presenteren kun je leren.

Breng je verhaal overtuigend

De Griekse filosoof Aristoteles (vierde eeuw voor Christus) is de grondlegger van de retorica. Zijn ideeën zijn nog altijd springlevend. Een goede speech bestaat volgens Aristoteles uit drie onderdelen: pathos, ethos en logos. Pathos spreekt de emoties van het publiek aan, met je verhaal wek je sympathie op en hierdoor wil je publiek naar je luisteren. Met ethos laat je zien dat jij een hoogstaand spreker bent. Betrouwbaar, geloofwaardig. Het helpt als je een (of meerdere) boeken op je naam hebt staan. Logos gaat over de inhoud: je moet iets interessants te bieden hebben en natuurlijk moet je informatie kloppen. Combineer deze drie overtuigingselementen en je hebt een sterk verhaal.

Doseer je kennis zorgvuldig

Logos kun je makkelijk overdrijven. Jij bent de expert op jouw vakgebied en het kan verleidelijk zijn om je toehoorders te bestoken met alle tips die je maar bij elkaar kunt halen. Maar mensen kunnen maar een beperkte hoeveelheid informatie opnemen. Te veel betekent dat ze hijgend in hun stoel zitten en aan het eind doodmoe naar huis gaan. Uiteindelijk wil het publiek drie dingen van jou: ze willen geloof in je verhaal, ze willen hoop en ze willen geïnspireerd worden.

Vertel een verhaal

Een inwisselbaar verhaal is niet interessant voor de toehoorder. Dus het voorlezen van PowerPoint-dia’s? Niet doen. Zorg ervoor dat alleen jíj jouw verhaal kunt vertellen. Dat het uniek is. Eerst creëer je rust voor jezelf en je toehoorders. Dan neem je ze mee op reis, door een persoonlijk verhaal te vertellen, beeldend en eerlijk. En als ze dan aan je lippen hangen, dán is het tijd voor je boodschap. En reken maar dat die aankomt. Het verhaal achter je boek. Waarom heb jij nu juist dit boek geschreven? Dat is storytelling.

De speech van presidentsvrouw Michelle Obama op de Democratische Conventie is een prachtig voorbeeld. Ze vertelde over hun huis, dat lang geleden gebouwd is door slaven. Daarna had ze het erover hoe eng ze het als moeder vond om haar kinderen voor het eerst naar school te laten gaan. En vervolgens was het tijd voor haar boodschap: het streven naar een rechtvaardige wereld waarin iedereen verder kan komen. Niemand anders dan Michelle Obama had deze speech kunnen houden.

Oefen hardop

Veel sprekers leggen de lat te hoog. Ze dromen van een eerste optreden voor een zaal met vijfhonderd mensen, de beroemde I have a dream-speech van Martin Luther King in het achterhoofd. Het komt vaak voor dat een spreker van tevoren geen oog dichtdoet. Dat is niet bepaald bevorderlijk voor je prestatie op het podium. Het probleem is dit: de stap van niks naar een volle zaal is veel te groot. Je springt toch ook niet van de Mount Everest af, de eerste keer dat je gaat paragliden? De oplossing is oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Hardop. Je begint klein: voor de spiegel en/of voor je partner. Breid daarna je publiek uit: de buren, een groepje vrienden, enzovoort.

En als laatste: zorg ervoor dat je uitgerust bent als je een lezing geeft. Dus niet de dag ervoor tot in de kleine uurtjes de techniek checken, de laatste dia’s toevoegen en je tekst nog een keer doornemen. Dat doet je voordracht meer kwaad dan goed.

Let op je houding

Het is een probleem waar veel beginnende sprekers mee worstelen: waar laat je je handen tijdens je presentatie? Voor je houding zijn je handen erg belangrijk, je publiek ziet die namelijk voortdurend. Met open armen en open handen heb je een neutrale, uitnodigende houding. Je betrekt je publiek bij je speech en verkleint de afstand tussen jullie. Je handen in je zakken of – nog erger – je armen over elkaar duidt op een defensieve of zelfs agressieve houding. Je publiek voelt afstand en schiet in de verdediging. Funest voor je voordracht. Als je het goed doet, ondersteunen je handen je verhaal.

Door: Jan Sinot