Onmisbaar bij het schrijven van een boek: een ervaren redacteur

Schrijf je een boek? Dan is een goede, ervaren redacteur onmisbaar. De traditionele kwaliteitsuitgever regelt die voor je. Maar geef je in eigen beheer uit, dan ben je zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van je tekst. Dat geldt ook op internetplatforms waar je tekst niet gecheckt wordt voordat je die uploadt. Vijf redenen waarom je dat extra paar ogen echt nodig hebt.

1. Goed spellen is moeilijker dan je denkt

Mij zullen ze niet hebben, denk je misschien. En dus zit je gewapend met het Groene Boekje en de driedelige Van Dale achter je bureau. Werkelijk elk woord dat maar verkeerd gespeld zou kunnen zijn, zoek je voor de zekerheid op. Je schrijft het woord ‘consciëntieus’ zonder spelfouten en ‘factuur’ keurig met een c. En dus ook ‘teveel’ en ‘achterop’, want dat is de spelling die je terugvindt in de woordenlijst. Helaas, daar gaat het fout. Want je vergeet de leidraadbij het Groene Boekje te lezen, die duidelijk maakt dat het allemaal net wat gecompliceerder is. Bij de genoemde woorden gebruik je soms wel een spatie, soms niet.

Correct gespeld:

Hij betaalt te veel premie.
Hij betaalde een teveel aan premie.

Spring maar achterop.
Spring maar achter op mijn fiets.

Dit zijn twee voorbeelden, maar er zijn veel meer woorden waarbij dit speelt. Een ervaren redacteur weet de fouten in je tekst feilloos aan te wijzen. En verbetert ze meteen.

2. De redacteur weet het beter dan de spellingchecker

Werk jij met de automatische spellingscorrectie in Word? Die rode lijntjes zet onder verkeerd gespelde woorden? Prima, maar vaar er niet blind op. Een ervaren redacteur beheerst de Nederlandse taal een heel stuk beter dan de spellingchecker. Twee voorbeelden:

All-invakantie
Om het rode lijntje weg te krijgen, moet je ervan maken: all-in vakantie. Maar samenstellingen schrijf je in het Nederlands toch echt aaneen.

Redt jij mij?
In deze zin moet het ‘red’ zijn, en niet ‘redt’. Maar de spellingchecker herkent dit niet als fout, omdat de variant met dt wel een correct gespeld Nederlands woord is. Alleen toevallig niet in deze zin.

3. Een dt-fout is zo gemaakt

Nu we het toch over dt-fouten hebben, kijk eens naar de volgende zinnen:

  • Wordt jij ook gek van al die spelfouten?
  • Houd je benen gekruisd, dan word je niet vreemd aangekeken.
  • Mijn leerling overlaadt ik met complimenten.
  • Het boekenvak wordt beheerst door angst voor het onbekende.

Heb je in elke zin een dt-fout gespot? Mooi, want dat bewijst mijn stelling dat het broodnodig is een ervaren redacteur in de arm te nemen. Tenminste … als je een professionele indruk wilt maken met je boek. Al ziet een voltooid deelwoord met een d er nog zo gewoon uit, bij het werkwoord ‘beheersen’ schrijf je dat toch echt met een t. Bij het werkwoord ‘kruisen’ trouwens ook. Kun je een korte opfriscursus gebruiken? Lees dan de blog: 3 ezelsbruggetjes om dt-fouten te voorkomen.

4. Wat duidelijk is voor jou, kan voor de lezer abracadabra zijn

We zien ze nogal eens langskomen in de dagelijkse redactiepraktijk: onduidelijke of raar geformuleerde zinnen. Als auteur ben je zelf volledig ingewijd in de materie van je boek, waardoor zoiets je makkelijk ontgaat. Een goede redacteur heeft net wat meer afstand tot de inhoud van je boek. En staat daardoor dichter bij de lezer. Is er iets onduidelijk? Met zijn of haar professionele pen – en zo nodig in overleg met jou als auteur – maakt de redacteurer een begrijpelijke, lekker leesbare zin van.

Geniet even mee van enkele praktijkvoorbeelden. Of misschien beter: huiver mee.

  • “We hebben beledigende informatie gevonden voor het imago van Elvis.
    Kun je een imago beledigen dan? Of bedoelt de auteur: we hebben beledigende informatie gevonden die het imago van Elvis schaadt?
  • “Gezond eten levert gezonder koken op.”
    Je kunt wel raden wat de auteur hiermee bedoelt, maar echt logisch klinkt het niet. Meestal kook je eerst en eet je daarna pas.
  • “Dit reservaat is de natuurlijke habitat van meer dan 112 zeldzame vogelsoorten.”
    Grammaticaal correct, maar toch vreemd. Het getal ‘112’ is heel specifiek, de toevoeging ‘meer dan’ juist niet.
  • “Het gewicht van het hout zorgt, samen met het gewicht van de flessen, voor een virtueel ontilbaar systeem.” 
    Zelfs als je weet dat dit over een wijnkelder gaat, wat moet je je in hemelsnaam voorstellen bij ‘virtueel ontilbaar’?
  • “Als leerling van de derde Latijn-Griekse had Paul al een job in het theater.” 
    Uitleg van de Vlaamse auteur maakte duidelijk wat ‘de derde Latijn-Griekse’ is. Namelijk: de vierde klas van het gymnasium, met als hoofdvakken Latijn en Grieks (het had iets te maken met achterstevoren tellen). Tja, je moet het maar weten. Zeker als Nederlandse lezer.
  • “Het verhaal verloopt mooi waarin de levensverwachtingen duidelijk onderstreept worden als evenredig met anderen.”
    Over abracadabra gesproken…

5. Als schrijver ben je blind voor je eigen fouten

Al ben je nog zo goed in spelling, er is altijd een kans dat je iets over het hoofd ziet. Het is een bekend verschijnsel: als schrijver ben je blind voor je eigen fouten. Iemand die met een frisse, professionele blik naar je tekst kijkt, is dus echt van meerwaarde voor je boek. Je zult verbaasd zijn wat een ervaren redacteur er allemaal nog uit haalt.


Door: Janneke Sinot