Leesteken of aanhalingsteken, wat komt er eerst?
Interpunctieregels kunnen je heel wat hoofdbrekens kosten. Waar zet je een komma, wanneer een puntkomma. Helemaal ingewikkeld wordt het bij citaten, want welke volgorde houd je aan? In deze blog scheppen we duidelijkheid: leesteken of aanhalingsteken, wat komt er eerst?
Eerst het aanhalingsteken of eerst de zinseindepunt?
Haal je een hele zin aan, dan plaats je de punt binnen de aanhaling.
Karin zei: “Lastig hoor, die spelling.”
Bestaat het citaat uit slechts enkele woorden, dan valt de punt buiten de aanhaling.
De schrijfcoach noemde het eerste hoofdstuk “al behoorlijk goed”.
Eerst de komma of eerst het aanhalingsteken?
Basisregel is dat de komma na de aanhaling komt.
“Wat een heerlijk weer”, zei Mark.
Iets moeilijker wordt het bij gesplitste citaten. Dan is het van belang of de komma wel of niet voorkomt in de aangehaalde zin. Kijk eens naar deze twee zinnen:
“Zoiets kun jij alleen”, zei Ellen. (citaat zonder komma)
“Gaaf, ik heb een uitgever gevonden”, zei Johan. (citaat met komma)
In het eerste voorbeeld staat er geen komma in de aangehaalde zin. Splits je de zin op, dan komt de komma – volgens de basisregel hierboven – na de aanhalingstekens. Dus:
“Zoiets”, zei Ellen, “kun jij alleen.”
In het tweede voorbeeld staat er wel een komma in de aangehaalde zin (namelijk na het woord ‘gaaf’). Die blijft behouden als je het citaat splitst:
“Gaaf,” zei Johan, “ik heb een uitgever gevonden.”
Misschien vind je het logischer om twee komma’s te plaatsen (“Gaaf,”,). Maar onthoud dan dat een aanhalingsteken niet tussen twee dezelfde leestekens mag. Dus de combinaties !”!, ?”?, .”. en ,”, komen niet voor.
Eerst het vraagteken of eerst de aanhalingstekens?
Dat ligt eraan. Als het vraagteken onderdeel is van het citaat komen de aanhalingstekens erna (en vervalt de zinseindepunt). Hetzelfde geldt voor zinnen met een uitroepteken. Is het citaat geen vraag (of uitroep), maar de hele zin wel, dan komt het aanhalingsteken eerst.
Mark vroeg: “Kom je nog?”
Ellen riep: “Pas op!”
Weet je zeker dat Johan zei: “Ik haal je morgen om acht uur op.”?
Een echt ‘leestekenfeest’ wordt het als je in een vraag een uitroep inbedt (of andersom):
Schreeuwde Karin echt: “Je bent gek!”?
Ik vraag nu al voor de derde keer: “Ga je mee?”!
En hoe zit het met een nootcijfer? Komt dat voor of na het aanhalingsteken?
Als de noot op de hele zin of alinea slaat, komt eerst het aanhalingsteken. Heeft de noot alleen betrekking op het laatste woord? Dan komt eerst het nootcijfer en pas daarna het aanhalingsteken.
“Hierbij gaat het niet om schattingen, maar om empirisch bewezen resultaten.”3
Boeken die niet goed verkopen, worden na een tijdje ‘verramsjt’4.
NB – Over kwesties als deze zijn de handboeken het niet altijd met elkaar eens. Bij het schrijven van deze blog heb ik de Schrijfwijzer van Jan Renkema als uitgangspunt genomen.
NB – De meeste uitgevers van romans en andere fictie passen de ‘elda’-regel toe ( eerst leesteken, dan aanhalingsteken), ongeacht of de komma binnen of buiten het citaat valt. Zij schrijven dus:
Wat een heerlijk weer,” zei Mark.
“Zoiets,” zei Ellen, “kun jij alleen."
Door: Janneke Sinot