Hoe schrijf ik een boek? Een snelcursus voor uitstellers
Voel jij het? Hoe het vanbinnen borrelt en bruist als je over je boek nadenkt? Die drive om jouw kennis en kunde, je passie en talent beschikbaar te maken voor het grote publiek? Want dat boek, jouw boek, dat móét er komen! Maar eenmaal achter je laptop lijkt het of je brein bevriest. Hoe zet je die drive en dat bruisende gevoel in hemelsnaam om in een helder, samenhangend verhaal?
Voor alle schrijvers met plankenkoorts en uitstelgedrag een snelcursus boek schrijven in vijf stappen. Wat is jouw excuus? Reken ermee af en ga hup, aan de slag!
1 Ik heb zo veel ideeën voor mijn boek, waar begin ik?
Breng eerst orde in de chaos en probeer meer structuur aan te brengen in de veelheid van ideeën. Dat valt niet mee, maar het is een noodzakelijke stap om de basis van je boek neer te zetten. Hoe doe je dat? Door eerst alles wat je kunt bedenken op te schrijven. Dat kan in een mindmap, op memoblaadjes of in handige apps zoals Scrivener en Evernote. Bekijk al die losse flodders kritisch en probeer er een grote lijn in te ontdekken. Zijn er thema’s te bedenken waaronder je ideeën kunt groeperen? Is er een rode draad te ontdekken?
Neem hier gerust de tijd voor en kijk geregeld naar je mindmap of verzameling (digitale) memoblaadjes. Blijf schuiven en groeperen tot er een structuur ontstaat van deelthema’s.
2 Dus dat wordt mijn boek?
Misschien denk je: als ik van elk van deze thema’s een hoofdstuk maak, dan heb ik mijn boek. Nee! Het is namelijk veel te veel voor een boek. Grote kans dat je minimaal de helft van al deze gedachtespinsels moet schrappen of verplaatsen naar een mapje voor ‘later’. De kunst is in dit stadium de juiste keuzes te maken. Welk onderwerp spreekt je het meest aan? Bij welk thema kun je gemakkelijk een leuke titel bedenken? Met welk onderwerp maak je andere mensen blij? Bij welk onderwerp heb je een duidelijke doelgroep voor ogen die echt baat heeft bij je boek?
Kom je er niet goed uit en vind je alles leuk en waardevol? Schakel dan hulp in. Anderen kijken objectiever en weten meestal wel de kern van je verhaal te vinden. Die kern laat je staan, de rest is ballast en kan weg. Vind je dat zonde? Bewaar die ideeën dan nog even, wie weet komt er nog een tweede boek.
3 En dan?
Hopelijk heb je nu nog maar een klein deel van je memoblaadjes of mindmapballonnetjes over. Mooi, want dat is de basis van je boek. Nu mag je nadenken over een structuur. Kun je al hoofdstukonderwerpen bedenken? Zie je al terugkomende elementen, zoals kaderteksten, interviews of persoonlijke notities die je bij de hoofdstukken gebruikt? Ook in dit stadium is feedback van anderen belangrijk, zodat je niet weer verzandt in ‘alles is even belangrijk en moet in mijn boek’. Werk net zo lang aan de structuur van je boek tot je de blauwdruk hebt staan.
4 Wanneer mag ik dan eindelijk gaan schrijven?
Nu dus. En daarbij hoef je niet per se met hoofdstuk 1 te beginnen. Schrijf eerst dat wat het makkelijkst gaat. Een (persoonlijke) inleiding of de kaderteksten met jouw eigen verhaal bijvoorbeeld. Als je maar wat teksten produceert die uiteindelijk in je boek komen. Zodat je daarna met zelfvertrouwen en plezier ook aan die andere hoofdstukken begint. Zonder uitstelgedrag.
5 En dan is het klaar?
Schrijven is een proces en gaandeweg kom je nog van alles tegen. Onverwachte obstakels of briljante nieuwe ingevingen. Hoort er allemaal bij. Zorg dat je ‘in de flow’ blijft en schrijf regelmatig, minimaal elke week maar beter nog elke dag. Lukt het een keer niet? Gebruik je schrijftijd dan voor een blog of artikel. Liefst over je boek, dan krijg je er vanzelf weer zin in.
Loop je ondanks dat toch vast? Dan helpt het vaak om even afstand te nemen en bijvoorbeeld terug te gaan naar de vorige stappen. Misschien moet je de structuur of je keuzes herzien. Een boek schrijf je zelden in één keer, zeker niet als het je eerste boek is. Vaak is het een kwestie van meerdere keren herschrijven. Tot je tevreden bent met het resultaat. Er zijn schrijvers die drie keer zo veel tekst produceren als er uiteindelijk in hun boek komt. De rest is noodzakelijk voor het denkproces, maar daarmee hoef je je lezers niet te belasten. Wees dus niet te bang om te schrappen.
Veel succes, je kunt het!
Door: Suzanna van der Laan