Gijs van Wulfen: Een boek moet vooral betekenis hebben voor anderen

April is de maand van het Managementboek van het Jaar. De 19de maakt de jury bekend welk boek de opvolger wordt van Het innovatiedoolhof. Een mooi moment om de winnaar van 2017 – Gijs van Wulfen – te interviewen over dit boek. Hoe is hij zijn vak ingerold en wat levert het schrijven van boeken hem op?

Je bent bijna vaker in het buitenland dan in Nederland. Hoe ben je internationaal innovatiespecialist geworden?

“Dat kwam voort uit frustratie. Ik had een aantal jaar op de marketingafdeling in de foodsector gewerkt. Nieuwe producten moesten inspelen op wat de klant wenst. Er was weinig eer aan te behalen, want de foodsector is vrij conservatief. Daarna ging ik als adviseur aan de slag. Als consultant mocht ik proberen bedrijven te redden door twee dingen te realiseren: kostenbesparing en nieuwe omzet. In de praktijk kwam meestal alleen het eerste echt van de grond. In 2002 ging het roer om. Ik volgde een studie creativiteit en ontwikkelde een eigen methode. Die heb ik uitgewerkt in mijn eerste boek Nieuwe producten bedenken. Ik merkte dat andere mensen enthousiast waren en dacht: als dat in Nederland werkt, waarom dan niet in het buitenland? In 2013 had ik geluk: ik blogde wekelijks en werd door LinkedIn gevraagd als een van honderdvijftig wereldwijde influencers om te publiceren via LinkedIn. Ik stond ineens tussen mensen als Barack Obama, Richard Branson en Ban Ki-moon en mijn stukjes werden gelezen door 50.000 tot 100.000 mensen per week!”

In je boeken geef je al je kennis weg. Ben je niet bang dat klanten je daardoor niet meer nodig hebben?

“Daar heb ik in het begin wel over getwijfeld. De missionaris in mij zei: je hebt eindelijk iets gevonden dat werkt, dat moet je delen met de hele wereld. Maar de zakenman in me zei: nee, niet verspreiden, je moet alleen een klein stukje laten zien zodat ze de rest bij je afnemen. Uiteindelijk vond ik de boodschap veel belangrijker dan de zaken en heb ik besloten alles te delen.

Alles wat in mijn boeken staat publiceer ik daarom ook via de sociale media. Op het moment dat een boek uitkomt, heb ik honderd blogs klaar. Uitgevers vonden dat in het begin moeilijk, maar ik heb gemerkt dat bloggen, e-book en papieren boek elkaar versterken, en dat de verkoop er niet onder lijdt.”

Wat leveren boeken jou op?

“Nou: voor mij is een boek in ieder geval niet een model om winst te maken. Mijn boeken worden uitgegeven in het Engels, Russisch, Chinees, Japans, Turks en Nederlands. Maar als het om inkomsten gaat, kan ik beter een lezing in Japan geven of zo.

Het probleem van een boek: het is maar één keer relevant, alleen rond de verschijningsdatum. Alle moeite die je er daarna insteekt, interviews voor kranten en tijdschriften, het zet geen zoden aan de dijk. Als het je puur gaat om in de picture blijven, kun je beter gaan bloggen. Zo moet ik zichtbaar zijn op het moment dat iemand besluit iets met innovatie te doen.

Wat een boek wél oplevert is autoriteit, als spreker en als adviseur. Ook krijg ik soms onverwachte uitnodigingen van bedrijven. Zo mocht ik een tweedaagse workshop in India geven voor een team van dertig mensen. Kreeg ik achteraf een foto toegestuurd van het hele team met een handtekening van alle deelnemers op de achterkant. Prachtig.”

Wat heeft de titel ‘Managementboek van het Jaar’ je opgeleverd?

“Ik was al wereldberoemd buiten Nederland in mijn eigen niche, maar nu ook in Nederland. Het geeft me meer autoriteit, ik word meer gevraagd voor lezingen (de eerste keer direct na de verkiezing, door een bedrijf dat altijd de winnaar van het gala uitnodigt) en de tarieven konden omhoog. In het buitenland liggen die tarieven overigens nog een stuk hoger. Waar ik nog het meest van geniet, is dat ik nu een groter publiek bereik.

Vanwege de uitverkiezing heb ik het afgelopen jaar een elfstedentocht gedaan langs de boekhandel, gewoon omdat ik het leuk vind mijn boodschap te delen. Soms waren er maar tien tot twintig mensen aanwezig. Het kostte me mijn vrije zaterdag, maar als je dan een mailtje krijgt van iemand die je bedankt omdat het hem nieuw inzicht bracht, dan is het dat helemaal waard.”

Wat betekent de traditionele uitgever voor je?

“Toen ik begon met schrijven in 2004 betekende het nog heel veel voor je autoriteit om te kunnen zeggen: ik heb mijn boek uitgegeven bij Pearson. Dat is nu minder belangrijk, er worden ook goede boeken in eigen beheer uitgegeven.

Wat voor mij wel heel belangrijk is: ik heb geen zin in al het gedoe rondom het uitgeven en de distributie en zo. Ik besteed mijn tijd liever aan de dingen die ik leuk vind. Daarnaast lever ik soms een manuscript kant-en-klaar aan bij de uitgever, soms ook hoofdstuk voor hoofdstuk. Het is fijn dat er dan iemand is van wie ik feedback krijg.”

Veel schrijvers dromen ervan om het Managementboek van het Jaar te schrijven. Heb je tips voor ze?

“De belangrijkste tip is dat je dat niet moet willen. Een boek moet vooral betekenis hebben voor anderen. Als je mensen op een goede manier weet te raken, dan is dat veel waard. Verder is het design van het boek net zo belangrijk als de tekst. Ik zie veel mensen beginnen vanuit de tekst, en dan wat plaatjes toevoegen. Ik werk zelf samen met een vormgever die vanaf het begin mee nadenkt hoe het boek eruit komt te zien.”

Voorlopig blijf je dus schrijven. Waar gaat je volgende boek over?

“Ik heb gemerkt dat mensen steeds minder tijd vrijmaken om te lezen. Om die reden heb ik in 101 lessons for innovators korte inspirerende blogs gebundeld. Het centrale thema daarin is hoe je innovatie praktisch kunt aanpakken. De Engelstalige editie verschijnt in het najaar, de Nederlandse begin 2019.”

 

Door: Jan Sinot