We leven in een tijd van nepnieuws en ‘alternatieve waarheden’. Dit maakt het steeds moeilijker om in te schatten: wat is waar en wat niet? Als non-fictieauteur heb je een verantwoordelijkheid naar de lezer. Die moet ervan uit kunnen gaan dat jij je bronnen en feiten hebt gecheckt. Ook voor jezelf is het belangrijk te weten waar je informatie vandaan komt. Zo voorkom je dat je een claim aan je broek krijgt vanwege plagiaat.
Tien tips voor het checken van bronnen en feiten:
1. Kijk verder dan Wikipedia
Hoe handig ook voor een eerste verkenning, Wikipedia raadplegen is onvoldoende om je ‘feiten’ te verantwoorden. Iedereen kan namelijk bijdragen aan deze online encyclopedie. Klik of googel dus altijd even door naar de geraadpleegde en andere bronnen.
Dat dit zelfs van belang is bij heel eenvoudige ‘feitjes’ merkte ik toen ik honkballer Rick van den Hurk interviewde. Vooraf had ik mijn huiswerk gedaan, dus wist ik dankzij Wikipedia precies op welke datum hij met zijn team het Zuid-Koreaanse landskampioenschap had gewonnen. Alleen … het bleek niet te kloppen. “Er staat wel meer onzin op die pagina”, wist hij. Dat het er feitelijk uitziet, zegt dus niets over het waarheidsgehalte.
2. Vertrouw niet op de wet van de grote getallen
“Als ik googel vind ik veel meer hits voor x dan voor y, dus zal het wel kloppen.” Het is een gevaarlijke redenering, waar helaas nog te veel auteurs aan vasthouden. Ook als 99 van de 100 mensen ‘barbeque’ met een q schrijven, blijft de officiële spelling in het Nederlands met een c.
3. Raadpleeg (minimaal) twee onafhankelijke, gezaghebbende bronnen
Eén bron is geen bron. Check je informatie bij minimaal twee gezaghebbende partijen. Dus liever het Rijksmuseum en het CBS, dan de reclamefolder van een lokale winkelier en een socialmediabericht van een vage afzender. Bedenk bij het beoordelen van de informatie ook: welk belang heeft deze bron bij het verspreiden van deze boodschap?
4. Weet waar de informatie vandaan komt
Stel: je schrijft een boek en een externe expert stelt hiervoor materiaal ter beschikking. Uit eigen koker, zo meldt hij erbij. Jij vertrouwt hem, maar later blijken er grote overeenkomsten met eerder verschenen werk van een ander. Je kunt dan zomaar beschuldigd worden van plagiaat. Dus doe onderzoek, wees kritisch en laat je bij twijfel door de ander vrijwaren van plagiaat.
Ook handig als je werkt met partners, trainers of bijvoorbeeld franchisenemers die materiaal aanleveren. Soms worden bepaalde teksten al zo lang in trainingen gebruikt, dat niemand meer weet wat de originele bron is. Wees op je hoede en neem deze teksten niet zomaar over.
5. Graaf diep genoeg
Hoe belangrijk het is om ‘dieper te graven’, leerde ik tijdens mijn studie Algemene Taalwetenschap. Er wordt vaak gezegd dat Eskimo’s wel honderd verschillende woorden voor sneeuw hebben. Zo’n ‘feit’ wordt maar al te makkelijk door media voor waar aangenomen, zonder dat ze zich nog afvragen waar die informatie vandaan komt en of die wel correct is. Naar Groenland reizen is in zo’n geval misschien wat veel gevraagd van een auteur, maar een taalkundige en een Eskimo-expert bellen is prima te doen en levert waarschijnlijk wel betrouwbare informatie op.
Voor het checken van quotes is ‘wat dieper graven’ vaak ook zinvol. Onder aardig wat uitspraken die je op internet tegenkomt, staat een verkeerde naam.
6. Raadpleeg recent wetenschappelijk onderzoek
Over het algemeen heeft wetenschappelijk onderzoek meer feitelijke waarde dan een willekeurig tijdschriftartikel of internetblog. Zeker als je een verwijzing naar dit onderzoek opneemt in je boek, wek je vertrouwen bij de lezer. Gebruik bij voorkeur recent onderzoek – check de publicatiedatum – want de wetenschap is constant in ontwikkeling. Ook handig als je de titel ‘Managementboek van het Jaar’ in de wacht wilt slepen, want bij die verkiezing is actualiteit een van de criteria.
7. Maak ethische keuzes
Voor het schrijven van een brochure kreeg ik door een opdrachtgever eens een onderzoeksrapport aangeleverd, met de mededeling: daaruit kun je mooi wat cijfers halen om onze boodschap te onderbouwen. Dat klopte. Maar ik had er evengoed een tegengestelde boodschap mee kunnen verkopen, simpelweg door cijfers en citaten uit hun context te halen en de nuancering achterwege te laten. Schrijf je een boek? Gun je lezer de waarheid en maak ethische keuzes.
8. Check je expert
Interview je een expert voor je boek, check dan of het echt een expert is. Welke opleiding heeft deze persoon genoten? Welke bronnen gebruikt hij? Waarop baseert zij haar mening? Ook belangrijk: is deze ‘expert’ onderlegd op het betreffende vakgebied? Iemand mag dan hoogleraar zijn, als dat in de scheikunde is, wil dat niet zeggen dat zijn mening over traumaverwerking onderbouwd is.
9. Volg debunkers
Heb je een meer dan gemiddelde interesse in een specifiek onderwerp? Volg dan debunkers op dit gebied. Deze mensen ontmaskeren de verspreiders van nepnieuws. Een voorbeeld is Peter Burger, die aantoonbaar foute berichtgeving van onder meer extreemrechts blootlegt. Als docent wetenschapsjournalistiek en brongebruik aan de Universiteit Leiden weet hij waarover hij het heeft. Hij noemt zichzelf heel toepasselijk onderzoeker van ‘journalistiek, broodjes aap en andere folklore’.
10. Raadpleeg de originele bron
Een samenvatting of bewerking van een onderzoeksrapport of artikel geeft een beperkt beeld, waarvan je maar moet hopen dat het correct is. Raadpleeg dus bij voorkeur de originele bron.
Tot zover onze tien tips voor het checken van feiten en bronnen. Doe er wat moois mee, je lezer verdient het!
Door: Janneke Sinot