Engelse woorden, wel of niet gebruiken?
“Vreselijk, al dat Engels dat je tegenwoordig in Nederlandse boeken leest. Dat is toch helemaal nergens voor nodig!” Gelaten luister ik naar mijn mopperende schoonmoeder. Ze houdt niet zo van taalverandering. En al helemaal niet van de ‘taalverloedering’ die ontstaat als mensen Engelse termen gebruiken waar je het gewoon ‘op zijn Nederlands’ kunt zeggen. Heeft ze gelijk? En wat betekent dit voor jou als auteur?
Taalverandering
Over taal heb ik eigenwijze ideeën. Dat krijg je als je bent opgeleid tot taalkundige (ik studeerde in 1996 aan de Universiteit Utrecht af in de Algemene Taalwetenschap). We leerden al snel dat taalverandering inherent is aan taal. En dat de Dikke van Dale – door velen als norm gebruikt – de taal beschrijft en niet voorschrijft. Veranderen wij Nederlanders ons taalgebruik, dan verandert het woordenboek mee. En ja, daar kunnen door de globalisering zomaar meer Engelse woorden in komen.
Daar kun je je aan storen. Maar wie zich verzet tegen taalverandering wil ik vragen: wat is dan wel ‘de goede taal’? Is dat voor mijn schoonmoeder de taal uit haar jeugd, van 60 jaar geleden? En waarom is die dan beter dan die van 100 of 500 jaar geleden? Hadden we niet allemaal Oud-Nederlands moeten blijven praten dan? Leuk om nog eens een blog aan te wijden, maar mijn boodschap is: Engelse woorden in je boek zijn niet per definitie taboe.
Wanneer wel Engelse woorden?
Engelse woorden gebruiken in een Nederlands boek mag dus gerust, maar sla er niet in door. Kies zorgvuldig wanneer je ze gebruikt en wanneer niet. Zorg dat de tekst prettig leesbaar blijft. Voorkom dat de lezer zich gaat storen aan de vorm van je boek.
Wanneer kun je Engelse termen gebruiken?
- Als ze zijn ingeburgerd in de Nederlandse taal. Denk aan woorden als ‘weekend’, ‘website’ en ‘intensive care’.
- Als ze mooier zijn of krachtiger klinken dan het Nederlandse equivalent. Zo bekt ‘babyboom’ veel lekkerder dan ‘grote bevolkingsaanwas’.
TIP: houd bij de beslissing altijd je doelgroep voor ogen. - Als ze beter zijn, bijvoorbeeld omdat er anders kans is op verwarring. De echte taalpurist vermijdt misschien het woord ‘headhunter’. Maar vertaalt hij dit door ‘koppensneller’ dan wordt het er voor de lezer niet duidelijker op. Van Dale geeft voor dit woord vijf betekenissen, waarvan ‘headhunter’ zeker niet de meest voor de hand liggende is.
- Als je een doelgroep wilt aanspreken die zelf de Engelse termen veelvuldig gebruikt. Zo is in een boek voor hangjongeren uit Rotterdam ‘chillen’ waarschijnlijk beter dan ‘ontspannen’.
- Als het om vakjargon gaat. De ICT-wereld bijvoorbeeld staat bol van Engelse termen. Zou je die allemaal omzetten naar het Nederlands, dan begrijpt geen ICT’er meer waar het over gaat. Of op zijn minst klinkt het geforceerd.
- Als de gevoelswaarde beter is dan bij hun Nederlandse broertjes, ze beter uitdrukken wat je bedoelt. Ga maar eens bij jezelf na: voelen ‘single’ en ‘vrijgezel’ voor jou precies hetzelfde? Of denk je bij een single aan een zelfbewuste persoon, en bij vrijgezel eerder aan een ouderwets en teleurgesteld iemand?
- Als er geen goed Nederlands alternatief is voor het woord. Zie jij jezelf straks al zeggen: “Ik heb een succesboek geschreven.”? Wat mij betreft noem je het gewoon een bestseller. Andere voorbeelden: ‘airbag’ (een luchtzak is echt wat anders), ‘pacemaker’ (in plaats van hartstimulator) en ‘privacy’ (ken jij een goed Nederlands woord dat hetzelfde uitdrukt?).
Wanneer geen Engelse woorden?
Wanneer gebruik je beter geen Engelse termen? (Alvast dank namens mijn schoonmoeder.)
- Als ze eenvoudig te vervangen zijn door een (minstens zo goed) Nederlands woord. Inspiratie vind je op de website van Stichting Nederlands.
- Als je doelgroep zich aan het gebruik ervan zou kunnen storen. Sommige mensen redeneren: een auteur die veel Engelse termen gebruikt, heeft weinig respect voor onze taal en cultuur en dus waarschijnlijk ook voor mij als lezer.
- Als je de Engelse termen alleen maar gebruikt om je publiek te imponeren. Waarschijnlijk bereik je een tegengesteld effect. Meer dan jouw ego is voor de lezer belangrijk: what’s in it for me?
- Als het woord in Nederland onbekend is. Misschien weet jij wel dat een ‘huckster’ een sjacheraar is, maar dat geldt waarschijnlijk niet voor (al) je lezers.
- Als het woord wel bekend is in Nederland, maar niet of onvoldoende bij jouw doelgroep. Zo is ‘spin-off’ voor mijzelf een heel gewone term, maar onze BoekenBusiness-klanten begrijpen niet allemaal meteen wat ik ermee bedoel.
- Als je met de Engelse termen wilt verhullen dat je niks of weinig te vertellen hebt (je kent het misschien wel van Bullshit-bingo). Beter is het dan opnieuw na te denken over je boek en concept. En daarna een veel betere versie te schrijven.
Hoe ga je om met Engelse woorden in je boek?
Heb je een zorgvuldige afweging gemaakt en komen er Engelse termen in je boek voor? Dan vind je hier wat tips van de ervaren redacteur:
- Cursiveer een Engelse term (of plaats hem tussen enkele aanhalingstekens) wanneer je die voor het eerst in je boek gebruikt.
- Gebruik je de term kort daarna nog veel vaker, schrijf hem dan in romein (= niet cursief). Hoe minder cursiveringen, hoe rustiger het totale tekstbeeld.
- Duikt de term pas zo veel later in je boek opnieuw op dat de lezer hem mogelijk alweer ‘vergeten’ is? Plaats hem dan opnieuw in cursief.
- Is een Engelse term voor de lezer mogelijk onduidelijk, neem dan een korte toelichting op. Dit doe je in de tekst, in een voet- of eindnoot of in een verklarende woordenlijst achter in het boek. Let op: veel auteurs overschatten hun lezers. Bedenk ook dat onder de lezers misschien mensen zijn die niet tot je primaire doelgroep behoren.
- Uit het Engels afkomstige woorden die inmiddels zijn opgenomen in onze taal, hoeven niet in cursief. Voorbeelden: salesmanager, slipstream, escortgirl, mailbox.
Door: Janneke Sinot
Twijfel jij wel eens over het gebruik van Engelse termen? Ben je het eens met mijn schoonmoeder? Deel je tips en ervaringen met ons en andere auteurs (in spe) in het commentaar hieronder.