Een boek schrijven – moet je daar nog wel aan beginnen?

Omvallende boekhandelsketens, failliete uitgevers, ontlezing, e-bookpiraterij. Je kunt als schrijver in spe behoorlijk ontmoedigd raken door alle negatieve berichtgeving uit het boekenvak. 

Moet je nog wel beginnen aan het schrijven van een boek? Vijf doemscenario’s en hoe je daar als non-fictieschrijver nieuwe kansen uit creëert.

1. Niemand neemt nog de tijd voor het lezen van een boek

We lezen nog steeds heel wat af. Alleen halen we onze informatie nu niet meer alleen uit boeken, maar ook uit allerlei andere kanalen. We lezen versnipperd en vluchtig: tweets, mailtjes, artikelen op internet. Hoe zorg je dan als schrijver ervoor dat je boek gelezen wordt? Door in te spelen op het tijdsgebrek van je doelgroep. Dus maak je boek niet te dik, schrijf helder en beknopt, zodat lezers de informatie snel tot zich kunnen nemen. Maak je verhaal visueel met grafieken en illustraties. Maak je verhaal gelaagd: de belangrijkste informatie overzichtelijk op rij, met verdieping voor wie dat wil. Dat werkt ook heel goed in (interactieve) e-books.

2. De fysieke boekhandels verdwijnen, straks is mijn boek alleen nog maar bij Bol.com verkrijgbaar.

Veel boekhandels verkeren in zwaar weer, er is zelfs een hele keten verdwenen. Natuurlijk kun je jouw boek via de online boekwinkels aanbieden, maar daar verdwijnt het in de grote massa. Hoe verkoop jij (of jouw uitgever) straks je boek nog? Enerzijds natuurlijk door een intensieve promotiecampagne. Zorg dat je alle middelen inzet en elk kanaal benut dat je tot je beschikking hebt. Sociale media, bloggers, recensies, acties en noem maar op. Anderzijds is menselijk contact de beste verkooptechniek. Dus zoek je lezers op, geef lezingen, optredens, werk samen met andere schrijvers of ondernemers en ga met je boek de boer op. Er zijn schrijvers die via die weg meer boeken verkopen dan via de online boekhandels.

3. Uitgeverijen verdwijnen of krimpen, de spoeling wordt dun. Daar kom je als onbekende schrijver echt niet meer tussen.

Er zijn steeds meer schrijvers en steeds minder (grote) kwaliteitsuitgevers. Logisch dat dat niet meer matcht. Wil je jouw boek graag onderbrengen bij een traditionele kwaliteitsuitgeverij, dan moet je echt wel wat te bieden hebben. Maar voor een goed en commercieel interessant boek is altijd wel een interessante partij te vinden. Daarvoor moet je wel wat moeite steken in een degelijk publicatievoorstel. Voor andere ondernemers is het juist interessant om in eigen beheer uit te geven. Of via een van de vele nieuwe internetuitgeverijen (zie ook onze blog 8 manieren om je boek uit te geven).

Lees in de BoekenBusiness-etalage de ervaringen van Birgit Smit, Mine van Wychen, Edwin de Haas, Ron van der Maarel en Joost Zonneveld, Zij vonden allemaal een uitgever dankzij een goed publicatievoorstel.

4. Wat heeft het voor zin een e-book te maken? Niemand koopt ze meer, ze worden massaal illegaal gedownload.

Het is maar net hoe je het bekijkt. Piraterij is moeilijk te voorkomen, ondanks beveiligingen. De vraag is of je jezelf daar als schrijver druk om moet maken. Mensen die illegaal downloaden zouden je boek anders nooit hebben aangeschaft, dus er is niets aan verloren. En ze kunnen zomaar je nieuwe ambassadeurs worden! Bovendien zijn er gelukkig nog genoeg lezers die wel netjes voor hun e-books betalen. Juist voor die doelgroep geef jij je e-book uit.

5. Door de Wet op de vaste boekenprijs kan ik niets met mijn boek ondernemen.

Het klopt dat leuke aanbiedingen en speciale actieprijzen voor je boek niet zomaar mogen. Dat is voor ondernemers zeker even wennen. De wet biedt wel mogelijkheden om daar creatief mee om te gaan. Bovendien valt een e-book buiten deze wet. Daarmee kun je dus onbeperkt stunten.


Door: Suzanna van der Laan