Een beeldrijk boek drukken? Dit zijn handige termen!
Bij BoekenBusiness helpen we ondernemers om met een boek hun bedrijf te versterken. Vaak zijn dat boeken over management, persoonlijke groei en andere zakelijke onderwerpen. Maar ben je een restauranthouder, dan wil je waarschijnlijk een kookboek. En een binnenhuisarchitect is weer meer geholpen met een interieurboek. Ook daar dragen wij met al onze ervaring en vakkennis graag aan bij. Wil je zo’n beeldrijk boek uitgeven in eigen beheer, dan is het handig als je wat termen uit de drukkerswereld kent.
Hieronder vind je een lijst begrippen, ingedeeld naar categorie. Deze is uiteraard niet uitputtend, maar helpt je alvast in de communicatie met je vormgever, redacteur, uitgever en/of drukker.
Boek
(zie ook de categorie ‘BINDEN’ voor uitleg van in de omschrijvingen gebruikte termen)
- Omslag
De doorgaans van wat dikker papier of karton gemaakte buitenkant van het boek (inclusief rug). Ook kaft, boekband of cover genoemd. - Stofomslag
Een losse papieren wikkel om een boekband. Beschermt de omslag tegen stof en beschadiging. Tegenwoordig vooral gebruikt om het (hardcover) boek aantrekkelijk en wervend te presenteren. - Rugtitel
De titel (en vaak ook de auteursnaam) op de rug van het boek. - Binnenwerk
De binnenbladen van een boek (dus zonder de band). Ook wel boekblok genoemd. - Katern
Meestal zestien (maar andere veelvouden van vier komen ook voor) in elkaar gevouwen boekpagina’s. - Schutbladen
De bladen papier die de omslag van een boek (hardcover of flexcover) verbinden met het binnenwerk. De helft van een schutblad wordt tegen de kaft geplakt. Schutbladen hebben vaak een andere kleur dan de overige pagina’s. - Snede
De drie zijden van het boek waar de pagina’s niet aan de rug zijn bevestigd. Ook wel snee genoemd. - Kneep
Gleuf, aan de voorkant en de achterkant van de boekband, vrijwel tegen de rug aan. Zorgt dat het boek makkelijk is open te slaan en houdt het mooi in vorm.
Papier
- Gramgewicht
Het gewicht van het papier, gemeten in grammen per vierkante meter (g/m2). - Opdikkend papier
Papier dat een boek dikker maakt, maar niet zwaarder (het gramgewicht blijft hetzelfde). Handig als het aantal woorden van je manuscript wat laag is uitgevallen. - Romanpapier
Wat ruwer, vaak opgedikt papier. Dit is niet geschikt voor beeldrijke boeken. De problemen: onscherpe afbeeldingen, te donkere afdrukken en – bij de houthoudende variant – snel verkleurende pagina’s. - Houtvrij papier
Hoewel de naam anders doet vermoeden, is de grondstof van dit papier nog altijd hout. Alleen is dit zo behandeld dat het nog maar weinig lignine bevat, waardoor het niet of nauwelijks verkleurt. In offertes wordt houtvrij vaak afgekort tot ‘hv’ (‘hvo’ staat voor houtvrij offset). - Gesatineerd papier
Papier dat met een coating glad en (in meer of mindere mate) glanzend is gemaakt. Varianten: mat, halfmat of silk, gesatineerd. - MC
Afkorting van Machine Coated: papier dat van een afwerklaag is voorzien, waardoor het gladder wordt en beter te bedrukken is. - ECF
Afkorting van Elementary Chlorine Free: papier dat zonder chloorgas is gebleekt.
Pagina
- Bladspiegel
De indeling van een pagina. De verhouding tussen de zetspiegel (het bedrukte deel) en de marges (het onbedrukte deel). - Kopregel
Een vette of in hoofdletters gedrukte regel boven aan een pagina. Ook wel ‘sprekende kopregel’ genoemd als deze de inhoud van de tekst aangeeft. - Kopwit
De witruimte boven aan een bladzijde. - Kolomwit
De ruimte tussen tekstkolommen. - Rugwit
De witruimte tussen het bedrukte deel van een pagina en de rug van het boek. - Snijwit
De witruimte tussen het bedrukte deel van een pagina en de linker- of rechterpapierrand. - Interlinie
Regelafstand, de ruimte tussen twee opeenvolgende tekstregels. - Spread
Twee pagina’s, even en oneven, naast elkaar. - Uitslaander
Een blad in een boek dat je naar buiten openslaat. In een fotoboek bijvoorbeeld gebruikt voor panoramafoto’s. - Aflopend
De afbeeldingen van het boek lopen tot aan de rand van het papier door.
Beeld
- Resolutie
De kwaliteit van een digitale afbeelding uitgedrukt in dpi (dots per inch). Om foto’s mooi scherp af te kunnen drukken, is doorgaans een resolutie nodig van 300 dpi. - Uitsnede
Een deel of detail van een foto. - Retoucheren
Foto’s bijwerken, ze met kleine veranderingen mooier maken. - Vrijstaand beeld
Een afbeelding waarbij de achtergrond is verwijderd. - Lithograaf
Een professional die het beeldmateriaal definitief klaarmaakt voor de drukker, zodat het optimaal wordt afgedrukt.
Vormgeving
- Opmaken
Tekst en beeld mooi op de pagina’s plaatsen, de lay-out verzorgen. - Stramien
Een model voor de lay-out. Al voordat het manuscript klaar is een stramien laten maken, bespaart tijd bij de definitieve vormgeving van het boek. - Lettertype
Een soort van drukletters (bijvoorbeeld Helvetica, Calibri of Comic Sans). - Font
Een bepaald lettertype in een bepaalde stijl en een bepaalde grootte. - Zetspiegel
Het bedrukte deel van een pagina. - Dtp
Afkorting voor desktoppublishing: grafische vormgeving met behulp van een computer.
Drukken
- Oplage
Het aantal exemplaren van een boek dat in één keer gedrukt (of geprint) wordt. - Offset
Drukvorm waarbij tekst en beeld van het boek via een laser op een drukplaat worden overgebracht en vervolgens op het papier gedrukt. Offset is zeer geschikt om snel een hoge oplage te drukken. - Printing on demand
Het printen van een (kleine) oplage op het moment dat daar behoefte aan is. Zelfs een oplage van één boek is mogelijk. - Full colour
Geheel in kleur. Bij full colour drukken – ook wel vierkleurendruk genoemd – wordt gewerkt met de vier basiskleuren cyaan, magenta, geel en zwart. De hiervoor gebruikte afkorting is CMYK (cyan, magenta, yellow en key). - Steunkleur
Een extra kleur in zwart-witdrukwerk. Ondersteunt de inhoud door deze visueel aantrekkelijker te maken. - Nabewerking
De handelingen na het drukken van het boek. Denk aan snijden en vouwen, maar bijvoorbeeld ook lamineren en pregen (zie verderop). - Meerlevering
De levering van meer exemplaren dan door de opdrachtgever besteld. Een meerlevering tot 10% is vrij gewoon bij offsetdruk. Reken erop dat je ook deze extra exemplaren moet afrekenen. - Minderlevering
De levering van minder exemplaren dan door de opdrachtgever besteld.
Binden
- Garenloos gebonden
Het binnenwerk van het boek – losse bladen, geen katernen – wordt met lijm aan de omslag bevestigd. Er komt dus geen garen aan te pas. Ook gelijmd gebrocheerd of garenloos gebrocheerd - Genaaid
De gevouwen vellen van het boek (katernen) worden met garen aan elkaar bevestigd. Ze worden daarna aan de omslag bevestigd met lijm (softcover), of met een aan de schutbladen gelijmd gaasje (hardcover). - Gelijmd
De bladen van het boek worden aan elkaar gelijmd en daarna – ook met lijm – aan de omslag bevestigd. - Gebrocheerd
Het boekblok is met de rug van het boek verlijmd. Deze bindwijze zie je terug bij softcovers en flexcovers (bij hardcovers is het boekblok los van de rug op een gaasje gelijmd). Drukkers en uitgevers geven het verschil tussen hardcover en softcover ook wel weer met: (genaaid of garenloos) gebonden en (genaaid of garenloos) gebrocheerd.
Proeven
- Drukproef
Een afdruk van het boek (ongeveer zoals het er daarna komt uit te zien) die je krijgt toegestuurd om eventuele fouten te corrigeren. - Auteurscorrecties
Tekstuele veranderingen die je als auteur aanbrengt in de opgemaakte proef. - Laatste proef
De definitief door jou als auteur nagelezen en akkoord gegeven versie van het gezette werk. - Kleurproef
Een voorlopige versie van het drukwerk (bijvoorbeeld de cover of enkele kritieke afbeeldingen in het boek) om te beoordelen of de kleuren zijn gedrukt zoals bedoeld. - Uithouder
Laatste proefdruk vóór het binden van een oplage: een exemplaar van je boek, bestaande uit gevouwen drukvellen en een losse cover. Bedoeld als laatste check van het drukwerk. In noodgevallen kun je een katern laten overdrukken (of de cover als je daarop nog een dt-fout ontdekt).
Uitvoering
- Hardcover
Boek met een harde kaft. - Softcover
Boek met een slappe, kartonnen kaft. Ook wel paperback genoemd. - Flexcover
Boek met een flexibele omslag die in dikte tussen die van de hardcover en softcover in zit. Ook wel integraalband genoemd. - Rechte rug
Een rug die recht aan het boekblok is bevestigd. Ook wel vlakke rug genoemd. Onder onze klanten de meest gekozen vorm: het ziet er net wat strakker en moderner uit dan een ronde rug en staat mooi in de boekenkast. - Ronde rug
Ietwat rond gebogen rug. Zeker een dik boek blijft hierdoor iets beter openliggen. - Oblong
Liggend boekformaat (landschapsformaat), met de langste zijde in de breedte. - Cassette
Kartonnen houder om een dik boek (of meerdere dunne boeken) in op te bergen. Een cassette beschermt het boek en geeft het een luxe uitstraling. De vijfzijdige variant, waarbij de rug van het boek zichtbaar blijft, wordt ook wel slipcase genoemd. - Leeslint
Een smal lint, bevestigd in de rug van een hardcover boek en bedoeld om het op een bepaalde plaats open te kunnen slaan. - Kapitaalbandje
Sierbandje dat bij hardcover boeken aan de boven- en onderzijde achter de rug van het boekblok is bevestigd. Dit geeft het boek een luxe uitstraling.
Afwerking
- Lamineren
De cover van het boek voorzien van een laagje plastic of folie, mat of glanzend. - Vernissen
Een laag vernis op de drukvellen aanbrengen. Bijvoorbeeld om smetten tegen te gaan in boeken waar veel donkere afbeeldingen tegenover vrijwel witte pagina’s komen. - Opdruk
Wat op iets gedrukt is (bijvoorbeeld een zegel). - Pregen
Letters of beeld verhoogd of verdiept in het papier of karton van het boek drukken, zodat er reliëf ontstaat. Ook wel blindstempeling of blindpregen Er komt geen inkt aan te pas. - Spot-UV
Een glanzende, op specifieke plekken aangebrachte lak. Ook wel spotvernis genoemd. - Coating
Een op het papier aangebrachte afwerklaag. Omdat de inkt bijna niet geabsorbeerd wordt, geeft gecoat papier scherpe afdrukken. - Foliedruk
Een glanzende afwerking van folie die het boek een extra luxe uitstraling geeft. Folie kan met of zonder preeg (verdieping) worden aangebracht en is er in verschillende kleuren (goud, zilver, holografisch, enzovoort). - Goudstempel
Een goudkleurige tekst of versiering die verdiept in het papier of karton van het boek is gedrukt (meestal op de voorzijde en/of de rug van het boek). Zie ook foliedruk. - Goud op snee
Bedekt met bladgoud op de snee (de drie zijden van het boek waar de pagina’s niet aan de rug zijn bevestigd). - Sealen
Het boek in plastic verpakken, zodat het beter beschermd is. Je kunt de boeken per stuk laten sealen of met meerdere exemplaren tegelijk.
Door: Janneke Sinot