De universele wetten uit het boekenvak

Wat maakt een boek een goed boek waar je met gemak veel exemplaren van verkoopt? Wat maakt het waardevol voor een lezer? Er zijn richtlijnen waar een goed non-fictieboek aan moet voldoen, ongeacht het onderwerp. Ik noem ze de universele wetten uit het boekenvak. Voldoet je boek hieraan, dan heb je een aanzienlijk grotere kans op succes. In verkoop, in waardering van de lezer en in je bekendheid als expert. Welke wetten dat zijn? Je leest het in deze blog.

Dit zijn de stelregels die toepasbaar zijn op vrijwel elk non-fictieboek:

1. Je boek is onweerstaanbaar voor een beperkte groep mensen

Het is een groot misverstand dat je boek interessant moet zijn voor iedereen. Ik zie het eerder als pluspunt als je juist niet iedereen aanspreekt, maar je in je boek richt op een beperkte groep mensen. De vraag ‘Wie vormen de doelgroep?’ is ook een van de eerste die ik graag beantwoord zie in een manuscript. Als jij de doelgroep van je boek kent, en al bij het schrijven een ideale lezer voor ogen hebt, dan zal je boek precies aansluiten bij de behoefte en beleving van die doelgroep. En wordt je boek onweerstaanbaar voor deze groep. Of dat nu managers zijn in grote organisaties, spirituele coaches, ouders van puberkinderen of sportleraren. Voor elke doelgroep schrijf je een boek op maat.

2. Je boek leest prettig, is vlot geschreven met aansprekende voorbeelden en heldere uitleg

Of je nu schrijft over hoe je een website bouwt of uitleg geeft over de werking van je aura, het is voor een lezer altijd prettig als je de tekst toegankelijk houdt. Zelfs al is je lezer bekend met het jargon en schrijf je voor vakgenoten, ook dan is een vlotte tekst met veel voorbeelden makkelijker te consumeren dan een stijve, theoretische verhandeling.

3. Je boek is inhoudelijk sterk, goed onderbouwd en wijkt qua insteek af van andere boeken over hetzelfde onderwerp

Lezers zijn kritisch en als je in je boek niet concreet bent of van alles roept zonder onderbouwing, wek je onvoldoende vertrouwen dat jij ook echt de expert bent. Informatie is dankzij het internet overal te vinden, dus jouw boek moet ook echt van toegevoegde waarde zijn voor een lezer. Met je boek toon je jouw expertise, ervaring en je inzicht in het onderwerp aan.

Dat is misschien vanzelfsprekend bij zakelijke boeken, maar ook – en misschien wel juist – bij de minder tastbare onderwerpen, zoals persoonlijke ontwikkeling en spiritualiteit, is dit punt van belang.

4. Je boek heeft een sterke titel, een aansprekende cover en een duidelijke flaptekst

Voor elk boek geldt: al is de inhoud nog zo sterk, een boek verkoop je ook op de buitenkant. Dus met de titel, het coverontwerp en de flaptekst. Met de uitstraling van je boek creëer je ongemerkt een bepaald verwachtingspatroon. En als dat niet overeenkomt met de inhoud of je gekozen doelgroep, sla je de plank mis.

Natuurlijk hoef je niet aan de geijkte clichés te voldoen en mag je lezers verrassen met een opvallende cover die afwijkt van de rest. Maar, wel binnen bepaalde verwachtingspatronen. Een managementboek mag speels zijn, maar niet te kinderlijk. Een spiritueel boek mag een strakke, eigentijdse vormgeving krijgen, maar niet té strak.

Test ook altijd de combinatie van titel en coverontwerp bij je doelgroep. Soms roep je onbedoeld heel andere associaties op...

5. Je boek vervult een behoefte, is actueel of geeft een oplossing of antwoord op iets wat speelt bij je doelgroep

De eerste vraag die iedere lezer zichzelf stelt: what’s in it for me? Ofwel: wat levert het mij op wanneer ik tijd steek in het lezen van dit boek? Als je die vraag niet snel genoeg beantwoordt, haken potentiële lezers af. Maak dus liefst in de titel of subtitel al duidelijk wat het doel is van je boek. In de flaptekst kun je het zelfs met een bulletlijst aangeven. Of met een mooie aanbeveling.

 

Door: Suzanna van der Laan