Bordje
Gastblog door Claudia Broeke, winnaar blogwedstrijd 2013
Ik heb nooit schrijver willen worden. En nu zit ik met twee boekcontracten over twee verschillende onderwerpen bij twee verschillende uitgevers. Die allebei een deadline hebben van september. Had ik al verteld dat ik twee bedrijven en een gezin heb, vrijwilligerswerk doe en in training ben voor het EK zwemmen voor oude mensen dat – hé, wat een toeval – ook in september wordt gehouden? Slik.
Opscheppen
Wij hebben thuis een regel: schep niet meer op je bord dan je op gaat eten. Als we daarover twijfelen, stellen we bij onze koters van 3 en 6 de checkvraag: “Hoeveel ruimte heb je in je buik?”
Als zzp’er stelt niemand je een checkvraag, waardoor het risico bestaat dat je meer werk op je bordje schept dan redelijkerwijs door je hoofd verteerd kan worden. Het begon bijna drie jaar geleden. Ik was ambtenaar, nam ontslag om voor mezelf te beginnen en daar hadden veel ex-collega’s belangstelling voor. In eerste instantie zat ik met iedereen apart te praten, totdat ik bedacht dat dat echt handiger moest kunnen. Zeker omdat ik heel vaak dezelfde soort gesprekken voerde: “Ben je eenzaam zonder collega’s?” (Nee joh, het is een verademing om het allemaal zelf te mogen bepalen) en “Verdien je wel genoeg dan?” (Genoeg om uit de goot te blijven én ik ben heel gelukkig).
Handiger dus. Ik zette mijn ervaringen op papier en postte het in een LinkedIn-groep waar veel ambtenaren zich ophouden. In no time was het 1000 keer opgevraagd. Wow, blijkbaar zijn er nogal wat ambtenaren die overwegen om voor zichzelf te beginnen. Leuke reacties terug en regelmatig de suggestie om er een boek van te maken.
Ik besloot een uitgever te benaderen. Mijn selectieproces was bijzonder amateuristisch en ineffectief. Ik ging voor mijn boekenkast staan en bekeek mijn favoriete boeken. Opvallend vaak was P de uitgeverij en aangezien op hun site een duidelijk format voor een publicatievoorstel stond, werd het P. Telefoontje terug van P: “Leuk idee, maar ambtenaren zijn niet onze doelgroep, dat krijgen we niet verkocht.” Ah, beginnersfoutje, een boek moet verkocht worden. P adviseerde me contact op te nemen met K. Ik zocht op de website van K naar het meest aansprekende profiel van de beschikbare fondsbeheerders en belde er één op goed geluk. Na tien minuten vroeg zij: “En, wanneer kan het af zijn?”
Eerst je bord leeg
Wanneer kan het af zijn?! Ik dacht dat het onmogelijk was om een uitgever te vinden. Crisistijd op de boekenmarkt, toch? Maar tja, eh, eigenlijk geen tijd en niet verstandig. Maar wel leuk natuurlijk en ook nuttig voor mijn werk. Te vereerd om nee te zeggen. Kortom, ik ga het doen. Met grote scheppen laadde ik mijn bordje vol.
Een week later een mailtje terug van de eerste uitgeverij P. “Je schrijft wel makkelijk, we zien op LinkedIn dat je ook trainer bent, kun je daar voor ons geen boek over schrijven?” Mijn zus gebeld, die zit in hetzelfde vak, of ze mee wil doen. Maar tja, eh, eigenlijk geen tijd en niet verstandig. Maar wel leuk natuurlijk en ook nuttig voor ons werk. Veel te vereerd om nee te zeggen. Kortom, we gaan het samen doen. Er werd een keer extra opgeschept.
Onze kinderen hebben voor boterhammen altijd beperkt ruimte in de buik, maar voor ijs zijn er “nog wel drie plekken hoor, mama!” Met nog een maand of twee te gaan tot september hoop ik vooral op extra ruimte in mijn hoofd. En als ik de computer opstart, krijg ik van mezelf tegenwoordig een reminder op het beeldscherm: “Eerst je bord leeg eten!” Iemand moet het zeggen.