Boek schrijven van A tot Z

Wil je een boek schrijven? Dan zijn de 26 letters van het alfabet onmisbaar. In deze blog gaan we ze allemaal af, in hun overbekende maar handige volgorde. Met bij elke letter een woord, schrijftool of tip waar jij als schrijver je voordeel mee kunt doen.

A nekdote

Een anekdote is een amu­sant of ontroerend, kort, puntig ver­haaltje, dat zeker in non-fictieboeken meestal op waarheid is gebaseerd. Met doorgaans een of meer mensen in de hoofdrol. Anekdotes geven je boek meer sjeu. Ze zijn handig om abstracte beweringen te verlevendigen. De lezer ziet het vertelde dan als het ware voor zich. Een anekdote kun je in de lopende tekst opnemen, maar ook in een kader.

B eeldspraak

Gebruik je als auteur beeldspraak, dan probeer je een gedachte of begrip aan de lezer over te brengen door gebruik te maken van beeldende taal. Voorbeelden van beeldspraak zijn vergelijkingen (‘ik voel me als een schrijver voor een kast vol boeken’), metaforen (‘een boom van een kerel’) en personificatie (‘papier is geduldig’).

C hapeau

‘Chapeau’ is een ander woord voor ‘bovenkop’: een meestal cursief gedrukte, kleinere kop boven de eigenlijke kop van een artikel of hoofdstuk in een boek. ‘Chapeau’ kan ook zomaar de tekst zijn op een kaart die je ontvangt als je het BoekenBusiness-jaarprogramma volgt. Want bij elke mijlpaal die je bereikt, krijg je van ons een schouderklopje en een leuk presentje.

D oelgroep

Het is een veelvoorkomende valkuil voor auteurs: te weinig oog hebben voor de doelgroep. Het is zo verleidelijk om gewoon op te schrijven wat jij kwijt wilt. Maar waar het om gaat, is wat de lezer graag wil weten. Zorg ook dat je helder hebt wie die lezer dan is. Baken je doelgroep af! Want wie een boek schrijft voor iedereen, schrijft een boek voor niemand.

E erste zin

Elk boek heeft er een: een eerste zin. Volgens velen is het de belangrijkste zin van het hele boek. Besteed er dus ruim aandacht aan. Behoefte aan inspiratie? Lees dan onze blog Hoe begin je een boek?

F lashback

Een flashback is een passage waarin je teruggrijpt op een vroegere gebeurtenis. Het tegenovergestelde is de flashforward: een vooruitblik op iets wat nog komen gaat. Flashbacks (‘ik zie me daar nog staan’) en flashforwards (‘toen wist ik nog niet dat…’) zijn manieren om spanning op te bouwen in je boek. Een chronologisch verteld verhaal wordt al snel saai.

G edachtepuntjes

Je kent ze vast wel: de gedachtepuntjes. Maar wist je ook dat ze altijd met zijn drieën zijn, ook aan het einde van een zin? Je gebruikt ze om een pauze aan te geven of een onvolledige opsomming, een weggelaten gedachte of een incompleet citaat. Dus als je aan het schrijven gaat…

H aar-ziekte

Bananenzinnen, Croma-constructies, de haarziekte … je tekst kan aan allerlei kwaaltjes lijden. Met de haar-ziekte bedoelen we: met ‘zij’ of ‘haar’ verwijzen naar niet-vrouwelijke woorden. Bijvoorbeeld: ‘Als de raad van bestuur denkt dat er wat te halen is, is zij er als de kippen bij.’ In een woordenboek of in de officiële Woordenlijst Nederlandse Taal zoek je eenvoudig het juiste woordgeslacht op.

I n medias res

‘Midden in het onderwerp’ is de letterlijke vertaling van het Latijnse ‘in medias res’. Het is een verteltechniek waarmee je afwijkt van de chronologische volgorde waarin de dingen gebeurd zijn. Door ergens midden in het verhaal te beginnen – bijvoorbeeld met een pakkende anekdote of schokkende gebeurtenis – heb je meteen de aandacht van de lezer.

J argon

Van Dale geeft bij ‘jargon’ als omschrijving: ‘voor on­in­ge­wij­den moei­lijk ver­staan­ba­re taal, vak- of groeps­taal’. Het is verstandig om in je boek – dat waarschijnlijk ook lezers kent buiten je primaire doelgroep – het gebruik van jargon te beperken. Zijn vaktermen echt nodig? Leg ze dan uit of overweeg een verklarende woordenlijst op te nemen in je boek. 

K ill your darlings

Het is een schrijfadvies waar je misschien niet blij van wordt, maar volg je het op dan tilt het je boek wel naar een hoger niveau: kill your darlings. De ‘darlings’ zijn in dit geval zinnen, of zelfs hele alinea’s, die je als auteur zelf heel mooi vindt, maar zonder welke de tekst krachtiger is. Schrijf je niet voor je ego maar voor de lezer, dan geldt: schrijven is schrappen.

L ijdende vorm

De lijdende vorm – ook wel passief genoemd – komt veel voor in teksten, zeker in die van beginnende auteurs. Er kunnen goede redenen zijn om de lijdende vorm te gebruiken, maar in de meeste gevallen maakt dit je boek alleen maar stijf en onpersoonlijk. Oefen jezelf erin om zinnen actief te formuleren.

M etafoor

Simpel gesteld is een metafoor een vorm van beeldspraak gebaseerd op een vergelijking. Waarom je metaforen zou willen gebruiken? Omdat ze verrassen, je boodschap versterken, overtuigen, afwisseling brengen in je tekst, zware onderwerpen luchtiger maken en je boek een uniek karakter geven. Meer hierover lees je in de blog Metaforen voor een pakkende, levendige tekst.

N eologisme

Een neologisme is een nieuw woord, een nieuwe uitdrukking of een bestaand woord met een nieuwe betekenis. Wees terughoudend met het gebruik ervan. Het gevaar bestaat namelijk dat de lezer zo’n woord niet kent – en het ook niet kan opzoeken in het woordenboek. Kortom: bij twijfel niet doen!

O ntkenning

Ontkenningen gebruiken in je boek? Het mag, maar vaak zijn positief geformuleerde zinnen krachtiger dan hun negatieve broertjes. Vergelijk de volgende twee zinnen maar eens met elkaar:

  • ‘Dat betekent niet dat we geen vooruitgang hebben geboekt.’
  • ‘Toch hebben we vooruitgang geboekt.’

P alindroom

Last van een writer’s block? Of heb je even de pee in tijdens het schrijven van je boek? Dan kun je altijd nog gaan spelen met de 26 letters van ons alfabet. Dat deed ook Leigh Mercer toen hij een fantastisch palindroom bedacht (= een zin die je van achter naar voren kunt lezen, waarbij de betekenis gelijk blijft). Over de voltooiing van het Panama-kanaal, 23 jaar nadat Suezkanaalontwerper Ferdinand de Lesseps aan het project begon, zei hij: “A man, a plan, a canal – Panama!” 

Q uote

Quotes kunnen heel waardevol zijn voor je boek. Als trekkers aan het begin van elk hoofdstuk bijvoorbeeld. Maar zeker ook als blurb op de cover.

R itme

Heerlijk is het als een boek lekker leest. Naast een goede schrijfstijl (zie hieronder) en afstemming op de doelgroep draagt ook een prettig ritme daar enorm aan bij. Speel met de volgorde van de woorden in je zinnen, spreek ze hardop uit en ga voor de mooiste ‘melodie’.

S tijl

Het favoriete onderdeel van heel wat deelnemers aan onze masterclass Zo schrijf je een boek! Stijl is, simpel gesteld: hoe schrijf je iets op, welke woorden kies je om je boodschap over te brengen? De mogelijkheden zijn eindeloos. Een prettige stijl is van groot belang voor je boek. Hier alvast een begin om je erin te oefenen:

Schrijven in stijl: 10 tips voor een betere tekstStijltip: schrijf beeldend en concree

T itel

Heel belangrijk voor je boek: de titel. Besteed er ruim aandacht aan. Hij duikt straks namelijk overal op: op de cover van je boek, in recensies, in de online boekhandel en hopelijk zelfs in de bestsellerlijsten.

U itroepteken

Met dit leesteken is niets mis, zolang je er maar spaarzaam mee omgaat. Plaats nooit twee uitroeptekens na elkaar. Tien opeenvolgende zinnen met dit leesteken eindigen is ook geen goed idee. Het is dan net alsof je tegen de lezer schreeuwt. Of gewoon overenthousiast bent.

V ariatie

Wissel in je boek korte en lange zinnen af. Gebruik eens een vraagzin. Plaats hier en daar een kadertekst of neem praktijkvoorbeelden op in je boek. Variatie voorkomt dat de lezer in slaap valt. Vooral woordherhaling is een bekend euvel. Met dit handige hulpmiddel pak je het aan: www.synoniemen.net.

W riter’s block

Het kan je zomaar gebeuren: ineens krijg je geen letter meer op ‘papier’. Je hebt last van een writer’s block. Gelukkig hoeft dat niet te betekenen dat je boek een droom blijft. Lees gewoon onze blog: Tien tips om met een writer’s block om te gaan

X

Leuk om te vertellen over deze letter: afleidingen breek je nooit af voor of na de x. De lettergreepgrens loopt namelijk door de x (uitspraak ‘k-s’) heen. Je schrijft dus niet ‘ta-xatie’ of ‘tax-atie’, maar ‘taxa-tie’. Een samenstelling mag je wel afbreken voor of na de x. Met een ‘ex-gedetineerde’ is – in elk geval in taalkundig opzicht – dus niets mis.

Y es

Een woord dat we weliswaar ontleend hebben aan het Engels, maar dat gewoon in het Groene Boekje en Van Dale staat. Wil je het gebruiken? Doen! Zolang het maar past bij je doelgroep en in lijn is met de stijl die je voor (de rest van) je boek koos.

Z in

Een zin is ‘alles vanaf de eerste hoofdletter tot de punt op het eind’ – om maar eens een bijzonder vrije definitie van dit woord te geven. Zet je er zo’n 2500 achter elkaar, dan heb je voldoende voor een boek. Geen zin om dit zelf te doen? Roep dan de hulp in van een ghostwriter.

* * *

Dat waren ze: de 26 letters van het alfabet. Geweldig toch wat we er allemaal mee kunnen? En wat jij er allemaal mee kunt! Wil je nóg beter leren schrijven? We helpen je graag met een individueel coachingtraject, helemaal afgestemd op jouw wensen.

 

Door: Janneke Sinot