Wie een boek schrijft komt allerlei obstakels tegen. Zo kan het zomaar gebeuren dat het schrijven langer duurt dan je voor ogen had. De verleiding is groot om de omstandigheden de schuld te geven. Maar de waarheid is dat je het bij jezelf moet zoeken. De meeste belemmeringen komen voort uit fouten die je best had kunnen vermijden. We noemen er vijf.
1. Je telefoon naast je computer leggen
Oei, die sociale media. Elke keer dat je een bliepje hoort of een knipperend scherm ziet, móét je even kijken wie het is en wat de boodschap is. Daarna nog liken of retweeten, een reactie plaatsen en naar beneden scrollen voor nog meer leuks. Voor je het weet, ben je weer een halfuur verder en komt er van schrijven niks terecht. Leg die telefoon dus weg en zorg er meteen voor dat je geen pop-upmeldingen op je computerscherm krijgt van binnenkomende mailtjes.
2. Verliefd worden op passages in je boek
Ken je de uitdrukking ‘kill your darlings’? Het gaat om die geniale inval die een schrijver soms heeft, en waaraan hij vasthoudt. No matter what. Voor je betoog kan het slimmer zijn de hele passage te schrappen en opnieuw te beginnen, dan krampachtig de rest om de tekst heen te vlechten. Vertellen de proeflezers je dat jouw ‘onmisbare stuk’ niet zo goed is? Ze zouden zomaar gelijk kunnen hebben!
De Nederlandse uitdrukking ‘schrijven is schrappen’ is hier ook van toepassing, maar ‘kill your darlings’ gaat verder. Het betreft namelijk passages waarvan de schrijver vindt dat ze niet gemist kunnen worden.
3. Je manuscript maar op één plek bewaren
De tijden voor schrijvers zijn veel beter geworden sinds de computer zijn intrede deed. Geen geknoei met Tipp-ex-velletjes meer of het risico van kwijtraken bij het opsturen van een compleet manuscript. Heel wat teksten gingen op die manier verloren. Toch gaat het ook nu nog geregeld mis. Stel je eens voor dat jouw computer nu – terwijl je dit leest – crasht. Heb jij jouw verhaal dan nog?
Nee?
Dan wordt het hoog tijd dat je nadenkt over een back-upsysteem. En dat hoeft helemaal niet moeilijk te zijn. Google Docs en Dropbox zijn twee veelgebruikte (gratis) tools om je teksten op te slaan. Heb je je manuscript liever niet ‘in the cloud’? Kies dan voor een externe harde schijf of een server om je kopieën op te bewaren. Of mail je vorderingen naar jezelf aan het eind van de dag. Doen!
4. Onhaalbare doelen stellen
Er is niks mis met het maken van een heldere planning. Sterker nog: zonder jezelf te verplichten op regelmatige basis te schrijven, is er een goede kans dat er nooit een boek komt. Er zijn dan altijd belangrijkere dingen te doen.
Maar de doelen die je jezelf stelt, moeten wel haalbaar zijn. Drie avonden per week minimaal vijfhonderd woorden schrijven klinkt niet onredelijk, maar kan heel lastig worden als je geen inspiratie hebt. Het gevolg? Frustratie omdat het niet lukt, tot diep in de nacht naar een leeg scherm staren en de schrijfmotivatie verliezen. Kies je voor een haalbaar doel, bijvoorbeeld drie avonden anderhalf uur schrijven, dan geeft het niet als je een keer wat minder woorden op het scherm krijgt. Het doel is toch gehaald.
5. Het plezier in schrijven verliezen
Zorg dat je het schrijven leuk blijft vinden. Het je het gevoel dat je ‘moet’? Wordt het sleur? Denk dan even terug aan het enthousiasme dat je had toen je begon met schrijven. Waarom wilde je ook alweer graag dat dit boek er komt?
Tip: Beloon jezelf regelmatig. Dat kan een kleinigheid zijn als je je dagelijkse schrijfquotum hebt behaald: een goed glas wijn drinken, een bad nemen, verder lezen in dat spannende boek, of toch je telefoon erbij pakken. Bij een echte mijlpaal (hoofdstuk af, publicatievoorstel verstuurd, manuscript klaar, enzovoort) mag de beloning best groter zijn. Er is niks mis met een lekker etentje of een theatervoorstelling. Zo houd je de motivatie om door te gaan. Met een boek ben je namelijk wel even bezig.
Door: Jan Sinot